Afdeel Stormwinden. Bladen zyn kleiner en van
xx, ' figuur als gezegd is , glad en donkergroen.
Hoofd- L i n NjEü s merkt als een weezentlyk onder-
sTUK. fcheid tusfchen deezen en den Ratelaar aan, dat
ToptHer. een dubbele Klier, welke dezelve inwaards heeft
aan den Grondfteun der Bladen, aan dezen
Zwarten Popelier ontbreekt.
,, In den Elfaz bloeit hy tegen ’t end van
s, Maart en in April (zegt Doótor M appüs
,, als wanneer de Bloemdraagende Stammen
„ Katten voortbrengen, eerde Bladen uitfchie-
„ ten, gelyk de overige Soorten van Popelieren.
,, Deeze Katten porten eindelyk het bevrugten-
,, de Meel uit , van eene Zwavelkleur. In de
j, Vrugtdraagende hangen de Aairswyze Vrug-
„ ten Troswyze by elkander, en gaapen einde-
lyk vol zynde van eene witte Wolligheid met
,, Zaad , vallende in Juny en July af. Aan de
,, Bladen zitten dikwils roodachtige Blaasjes,
,, met Afchgraauwe Muggetjes bezwangerd ,
„ gelyk in de Eiken, Beuken, Esfchen en
„ andere Boomen plaats heeft” (*_).
ne Het Aftrekzel met Brandewyn uit de Knop-
K°noppen. Pen bereid , wordt een byzonder Middel gezegd
te zyn , tegen verouderde Buikloop en
inwendige Verzweeringen; wanneer men ’s morgens
(*) Eea Uirwas aan het Steeltje van een Popelier - Blad
door tny te Muiderb'erg gevonden , het welk een menigte
van zeer kleine Wespjes bevatte , is in het I. Deels XII.
STOK van deeze Natuurlyke Hifiork , op Pi. XCV. Fig. 4 s
in Afbeelding gebragt.
■ gens o f ’s avonds een half o f geheel Drach- II.
me , daar van, in een Lepel heete Vleefchfop AFxxEt'*
inneemt. Zeker is ’t , dat de Knoppen van Hoofd-
deezen Zwarten Popelier een zeer Balfamieke , STuru
verzagtende eigenfehap hebben ; weshalve ook
de bekende Popelier - Zalf van dezelven bereid
wordt, welke de groote B o e -r h a a v e
aangepreezen heeft als een kragtig Plaatsmiddel
tegen ’t Zydewee. Deeze Knoppen zyn in ’t
Voorjaar met een kleverig welriekend Vogt
bezwangerd, Sommigen willen dat de Bladen,
met Azyn ge-appliceerd , tegen ’t Podagra en
de Jicht zonden dienen. Wat het Hout aangaat,
dit is zo wit niet als hèt Abeelen Hout,
doch men ftelt het, in ’t gebruik, veelal gelyk
met dat van den Ratelaar , voorgemeld 5
wordende hetzelve ook wel Espenhout getyteld.
De dikke Bast werdt door de Ingezetenen van
Siberie in plaats van Kurk gebruikt , op de
Flesfchen ; doch is wat hard daar toe. Z y
maaken hunne Schuiten van het Hout. pjpuius
Balfamifg-
(4) Popelier met bym Hartvormige Ke^ar-r\ ^
telde Bladen. Dee-gcevende.
(4) Populus Foliis fubcordatis denticnlatis. Hort. Cliff. 460.
ROTEN Lugdbat. %z. Populas Foliis cordatis crenatis, Balï
nudis, Petiolis teretibus. WACHEND. Ultr. 294. Populus nigra
Folio tnaximo &c. CATESB. Car. I. p. 34- T. 34- DuHAM.
Arbr. II. p. 178. T. 38. f. 6. Populus Foliis evatis acutis
fertatis. Gmel. Sib. I. Populus Foliis fubcordatis &c. Mil l .
Di&. 7. Tacamahaca Foliis crenatis. M lU . Diïï. App.
TKEW. Ehret. T. 46.
K k 4
flIÉ lS
P M 9
I m§mÊÊ
1 io F * %
I1
uH
fóSl w m llll 1 1 «
m ’ pBii w| ma Mm mm
WÊÊÊÊKÊÊÉ