II. fte Bladen. P l u k e n e t i ü s maakt ook van
eenen , met zeer gfoöte gladde Bladen , uit
H oofd- Maryland, gewag , hebbende de Bladen zeer
stuk. naar j j g (jer Olmen gelykende, en dus aan de
hoor»?*' Géne zyde breeder , aan den Rand gekarteld.
Aan anderen , van de Europifche Soort, geeft
hy Hazelnooteh- en Berken «Bladen.
L A E T I A .
De Planten van dit Geflagt hebben de Kelk
vyfbladig; de Vrugt eenhuizig, driekantig; met
Korrelachtig V'leezige Zaaden.
Twee Soorten komen ’er van voor,, beiden
Amerikaanfche , waar van de éene geen Bloemblaadjes
heeft, als
ï. f l ) Laetia met Bloemen zonder Bloemblaadt
Laetia •
apetala. J
Gebrcklyke‘
Deeze , onder den naam van Guidonia voorgemeld
door B rowne , was Laetia getyteld
door L o e f l i n o , die dit Gewas in laage
Bosfchen nevens Curnana, een Stad in ’t Land-
fchap van dien naam , op ’t Noord-end van
Zuid-Amerika, beooften de Karacques, vondt.
De
( i) Laetia Floribus apetalis. JACQ^ Amer. 24. Hiß. 1S7.
T. io8. Amatn. Ac ad. V. ])• 4I3* Guidorvia Laetia. Loefl.
Jtin. 190. Guidonia Foliis ovatis , ucrinque porrettls, alter-
nis , quandoque crenatis , Racemis laxis Alaribus. CROWN.
’tam. 249.
De Hfeer J a c q u i n heeft het, zo als het II*
hem in de Bosfche-n by Karthagena voorgeko- AFxmL*
men was , afgebeeld , en dus befchreeven als Hoofd-
een Boom van twintig Voeten hoogte die u k s ïm ‘
den Stam , zo wel als de Calaba van Marte-
nique digt by den Grond, reeds Takken uitgeeft
, die meest aan de enden Bladen draa*
gen , welke ovaal o f Spatelvormig , en fom-
tyds aan ’t end uitgegulpt zyn , met fyne
Tandjes gekarteld , glanzig , gefteeld, anderhalf
Duim lang. Uit de Oxels komen Steeltjes
voort, die zig in drie Bioemfteeltjes verdeden
, met Bloemen die uit een vyfbladige
witte Kelk beftaan , gelykende in grootte en
reuk veel naar die van den Haagdoorn. Z y
beVatteh omtrent veertig Meeldraadjes , met
dubbelde Knopjes voorzien. De Vrugten hadt
zyn Ed. altoos van Vogeltjes o f Infekten zo danig
uitgeknaagd gevonden , dat hy niet ontdekken
kon , o f het een droog Zaadhokje dan
een Bezie ware; doch dezelve hadt maar ééne
'holligheid, bevattende hoekige, Vleezige Zaaden.
(X) ï-aetia met volkomene Bloemblaadjes. a
u. . 1 1 Laetia
T)pp_ completa.
Volkome,
ne.
( i) Laetia Floribus completis. Syst. Nnt.XlI. jacq. Amer.
2.4. Hifi. 1S7. T. 183. f, 60. Thamnia Foliis ovatis, levisfi-
nie orenatis, late virentibus, nititlis, altetnis, Peciolis brevL
tms, Pedunculis geniculatis? Brown. Jam. 24^
C 2 II. Deel in siw ,