A fdeel cn^e^e » met den Stempel in vyven ge-
xvEU deeld: de Vrugt een drooge Appel zynde, die
Hoofd- vyfkwabbig , éénzaadig is, en in v y f Stukken
STtJK* van elkander fpringt.
T. De eenigfte Soort ( i ) , in dit Geilagt voor-
bomende , voert den bynaam van Malacoden-
Jendron. dron o f liever Malachodendron . daar aan gege-
Boom. ven door M i t c h e l i ü s » De Heer L i n -
N jE U s heeft dit Gewas, in de Verhandelingen
der Koninglyke Akademie van Upfal in Swee-
den, befchreeven, en de Afbeelding van hetzelve
is ook door den Heer C a t e s b y aan
5c licht gebragt. De Heer C l a y t o n ftelt
het voor, als naar de Magnolia gelykehde,met
langwerpig ovaale, gefpitste , Zaagswys’ getande
Bladen, die van onderen bleeker zyn. D u
H a m e l telt het onder de Boomen. Het heeft
Bladen als van den Kerfeboom, die zeer fcherp
getand zyn , van onderen Wollig ruig, zegt
L i n n a u s ; De groeyplaats is in befchaduw-
de, vette, vogtige Gronden, van Virginie.
C a m e l l i a ,
De Kenmerken van dit Geilagt, dat den
naam van den Kruidkundigen C a m e l l i heeft
zyn een veelbladige Kelk, waar van de Bladen
Schubs-
( i) Stewartia. Sy«. Nat. XII» Tom. II. Gen. 847. p. +(f4,
4Mr UPS- P- 79. T. i . CATESB. Car. III. p. 13. T.
13. DU Hamel. Arbr. II. p. 284. t . 7S.GKON. Virg, i»*,
Malacodendron. Mitch. C m. 16,
Schübswyze op elkander leggen, zynde debin- li.
nenften grootst.
De eenigfte Soort, daar van voorkomende ( 1 ) ,Hoofd-
heeft den bynaam 'van 'Japonica , om dat hierSTÜK*
een Gewas bedoeld wordt, ’t welk door & ^ CameUu '
vermaarden K a e m p f e r in Japan is waarge-7^’»'^.
nomen ; doch wy noemen het Chineefche Roos.ifchc Roos.
Men vindt daar van veele Verfcheidenheden,
van welke hy ’er twee opgeeft als de voornaam-
ften. De ebne Jamma Tsubakki, dat is Wilde
o f Berg - Roos, genaamd, heeft enkelde Bloemen.
Het is een Heefter van grootte als een Boom,
uit een korten Stam veele Takken fpreidende,
die een dunne Schors hebben, maar het Hout
zeer hard. . De Bladen gelyken volmaakt, zegt
h y, naar die der tamme Kerfehboomen, maar
zyn wat ftyver, harder , en wederzyds glanzig..
De Bloemen , uit een gefchubde Knop voortkomende
, gelyken veel naar die der Eglantier-
Roozen. Derzelver Blaadjes zyn hoogrood. In
*t midden hebben 2y een Koker als een Kroon,
die tot zyn rand meer dan honderd Meeldraadjes
uitgeeft, Vleefchkleurig wit met geele Knopjes.
Men ziet daar ui t , waarom dezelve tot deeze
Klasfe is betrokken. Op de Bloemen volgt zeldzaam
( 1 ) Camellia. Syst. Nat. XII, Tom, II. Gen. $43. p. +6r.
Bürm. Flor. Ind. ,p!ij3 Tsubakki. Kaempfer Amtxn. Exot.
gjo- 8j2. T. » s i . Rofa Chinenlis. Edw. A v . II. p, 67. T.
<7. Seligm. y»g. II, Band. Pl. 29. Thea Chinenfis, Piment*
Jamaicenfis folio, floxe tofeo. Pet, Ga». T, 33. f. g.
l i , deel» III» Stuk»
ffl
m
M
3£
, § |
m'
V