ir. , zyn, met puntig Hartvormige Bladen, en ronde
Vrugten van grootte als Piüool Kogels , in de
Hoofd- rypheid zwart, zoet en eetbaar; doch men vindt-
rrus. ze weinig aan de Boomen , om dat het Gevogelte
en allerley -Gedierte dezelven zo bemint.
De Bladen , die zeer mals zyn , ftrekken tot
Voedzel voor de Menfchen en allerley Vee.
IV. f4 ) Vygeboom met ovaale effenrandige, flom-
Ber.gbaittt' P Bladen; de Stam om laag Wortelfchie-
/*• , teniet Bengaal-
£che.
Deeze wordt, de Bengaalfche Vygeboom genoemd
, om dat men hem veel in Bengalc
vindt. Hy heeft met dé volgende die byzon-
dere eigenfehap , van Wortels uit tefchieterr,
die aan den Grond komende daar in.vatten, en
ze lf nieuwe Stammen, worden; zo dat een enkele
Boom, door. den tyd , een geheel Bofeh
uitlevert, even als wy dit in d eMangles. Boo-
, n D ;men gezien hebben *. Om die' reden worden
n. stuk. . z y , van de Nederlanders , Wortel *Vygen ge-
badr‘ +85‘tyteld. De Malabaarfe. naam van deezen, die
.hier bedoeld wordt , is' Per - A lu : doeh alzo die
'■ .Boom,
f 4) Ficus Foliis ovatis integetrim is o b tu ils, C aule interne
' radicato. Hort. Cliff. 471. Am. Acad. I. p. 29. KoYENF
Lugdiat. 112. T rew. Ebrcp. 50. Ficus Americana latiore folio
venofo. PLUK. Phyt. 17S. £ 1. Ficus Benghalenfis Folio
' liibro tun d o , F ruftu orblculató. COJJM. Hort. Amfi.l. p, 119..
T . 6z. F ër-A lii; Hort, Mal, I. p . 49. T . 28. IlURM. FL
Ind. p . Z2f ,
Boom, volgens de Aantekening van S v e n een H*
dubbelde Vrugt, welke hoog rood is, heeft, en ^™ ^ *
groote dikke Bladen; zo fchynt die betrekking Hoofdï
wat duifter. L i n n ^ u s zelf heeft ’er aan ge-£TUK*
twyfeld volgens T r ew , die de Afbeelding van*^* **
een Takje g e e ft ; maar dit voldoet weinig, en
aangezien de Hoogleeraar J. B u r m a n n u s
onder anderen een fraay gefchilderde Afbeelding
van dergelyken Vygeboom, van Koromandel,
my hadt medegedeeld , zo heb ik daar van | by
verkleining, op Plaat X V I I ., gebruikgemaakt.
By deeze Afbeelding is gevoegd, dat de Boom Kormao-
Almmarom heet. Men ziet dat hy een dikken
Stam, van onderen geworteld, heeft; ’ t welk zou Fi& 2-
doen denken op de uitdrukking door L i n n j e d s
gebruikt, welke, alzo zyn Ed. met Caulis in ’t
algemeen den Stam o f Steng betekent, zulks
fchynt aan te wyzen; doch, aangezien alle Boomen
van onderen geworteld zyn, kan zyn Ed.
’er dat niet mede zeggen willen. Daar zyn wel
onder deeze Boomen, gelyk wy Braks zien zullen
, die om laag uit hunnen Stam, boven den
Grond , een menigte Wortels uitgeeven, maar
van den Per- Alu van Malabar wordt duidelyk
gezegd, dat die Draaden of Wortels uit de Takken
nederlaat. Ik neem het derhalve voor die
Worteifchieting der Takken, waar van hier een
blyk gegeven wordt , en welke aan verfcheide
Oostindifche Vygeboomen, van byzondere Soorten
, eigen fchynt te z y n , zonder te kunnen
V v die