II. danig gebalzemd , dat men onder de Arbeiders
xix.EL' daar in > Ja °ndcr de Boeren zelfs,die in deeze
H oofd* Bosfchen woonen, weinigen aan de Teering
stu k. z iet fterven (*).
* t9m' Geen Geboomte is, in ’talgemeen geiproken,
meer met Harst bezwangerd dan de Denne-
boom, die des wegen fömtyds ook den naam
van Harst- o f Pekboom voert. Men vindt ’er
zo wel Kienboomen van, dat is die in de veelheid
van Harftige o f Olieachtige Sappen fmoo»
ren, als van den Pyn- en Lorkenboom. De
Abt C h a p p e d’A uteroche deedt, op
zyn Terugtogt uit Siberie door onbereisde en
onbewoonde Wildernisfen, van afftand tot afftand
Denneboomen' in brand fteeken, om by
JSTagt den Weg te vinden ; die als Toortfen
brandden. De oude Dennen, welken in de
Stam meer Pit dan Hout hebben, noemt men
Kiefer-Baumn, om dat van dit Harstachtige Pit
zekere Spaanen. o f Splinters, Kief ers genaamd,
tot Fakkels dienen , en van welken men « op
veele plaatfen , tot verlichting der Woonvertrekken
, in Duitfchland gebruik maakt. Onder
het Landvolk in ’t algemeen gebruikt men
in veele deelen van Duitfchland Ooftenryk l
Moskovie en Tartarie, geen ander L ich t, dan
de gedagte Kiefer-Spaanen.
Verfcheide Autheuren hebben de inwendige
ftruftuur vaq. het Dennen-Hout, door onderzoe
(* ) SCOFOLI, Fier. Carnifl. p,