. lx* Kermes, ’t Is echter maar een Heefter, van
xix.CL’ weinige Voeten hoogte , die anders zo zeer
H o o f d - naar den Groen - Eik gelykt , dat menze ook
s t u k - Kleine Ilex genoemd vindt. B a u h i n u s
Boom. geert er den naam aan van Stekelige 5 Besjen
en Eikels draagende, Ilex ; anderen onderfchei-
denze , doordien de Eikels ongedeeld zyn.
Dit Gewas ontmoet men op de drooge, ope-
ne , Velden, van Languedok , Italië, Spanje
en Portugal, ja het komt zelfs in ’t Ooften en
in ’t Beloofde Land , voor. De Bladen van
het Boompje gelyken yeel naar die van Hulst,
doch zyn kleiner 3 aan de Takken komen veele
Katten, met.Bloempjes beladen, die de figuur
hebben van een uitgefneeden Bekertje: de Vrug-
teni dat Eikels zyn, komen op andere plaatlèn
voort met haaren Kelk, bevattende een Amandel
die in tweeën fplyt.
De schart Behalve deeze Vrugt, die dit Boompje in ’c
Beïëï. Geflagt der Eiken betrekt, draagt hetzelve, als
gezegd is, ook Befiën, Gr erna Kermes genaamd^
maar deeze zyn ’er niet natuurlyk aan, De tedere
Blaadjes worden van een Infekt bekroopen ,
dat zo klein als Zand is en Scharlaken - rood:
hetzelve zet zig ergens vast , en groeit door
het inzuigen vap het Sap der Bladen, op die
zelfde plaats, tot eene ronde Bezie, bevattende
een Vo g t, dat naar Bloed gelykt en waar onder
het zyne Eijeren legt, even als de Schildluizen
Deeze Beziën zyn , wanneer menze inzamelt ,*
blaauwachtig, doch worden door den Azyn
waar-
Waar mede zy tot het dooden der Eitjes of II«
kleine Diertjes, van welken zy grimmelen, b e - F^ u
Iproeid worden , rood, en leveren die vermaar- Hoofd-
de Drogerye ui t , waar van men oudtyds totSTÜK*
Verwftof zo veel gebruik maakte, en die nog
in de Geneeskunde , als een Hartfterkend middel
, door de Montpellierfche Syroop van Kermes,
beroemd is. Ik heb elders daar van in ’t
breede geiproken (*).
{7) Eikeboom met Spatelvormige wederzijds vu.
U fpüs golfachtig getande Bladen , die de
, Tandjes rond en eenvormig hebben. biadige.
’t Woord Prinos , dat den Gro en -E ik , o f
liever den Kermes - Boom toebehoort, wordt
hier gebruikt voor een Virginifchen Eik , die Kastanjebooms
Bladen heeft. Het is een der hoog-
ile en grootfte Eiken in dat Land, draagende
oDgemeen groote Eikels. Men merkt aan, dat,
zo in ’t Voorjaar een o f twee handen vol van
de groene Knoppen de.ezes Booms onder het
Voeder van Appelgraauwe Paarden gemengd
zyn ,
(* ) Zie hef I. Deels X. Stuk vaa deeze Natuurlyfo
Hißorh, bladz. 46S , enz.
(7) Quercus Foliis obovatis utrïnque acuminatis, finuato-
fêrratis, dentictüis lotundatis unifornoibus. Hort. Cliff. 44g.
GtlON. Vtrg. 149. Royen Lugibat. go. Quercus Caftanei
foliis proccra arbor Virginiana. Pluk. Alm. 309. Ra j . Hiß.
1916. CATESB. Car. I. p. T. 18. SSLIGM. Vog. I. Band.
p. 29. Pl. l6.
[ JI. deel. UI. St ik « . . .