A fdeel ^ eeze voeit denbynaam van Verfchilbladige,
™ ’ om dat fommige Bladen Hart vormig, anderen
H oofd- rondachtig zyn , volgens den Heer C l a y ton,
stuk, die dezelve Groote Popelier met breede Bladeren
noemt. D u H a m e l geeft ’er den naam aan
van Groote Virgmifche Popelier, met zeer
groote Bladen , de Takken gepeesd en als vierkantig
hebbende. De doorfnyding derzelven
vertoont, zo ik thans .aangemerkt- vind , een
Vyfhoekige Ster. Mooglyk zal hier ook die
Popelier van den Utrechtfen Akademie-Tuin,
welke de Bladfteeltjcs aan de zyden plat heeft,
behooren. De woonplaats van deeze Soort is
in Virginie,
C a r i c a . Pompoenboom.
Den Geflagtnaam, van. Pompoenboom gebruik
i k , om dat de Vrugt by Pompoenen o f Pe-
poenen vergeleeken wordt, en dezelve zal ten
minde zo eigen zyn als die van Carica, door
L i n n ^e u s daar aan gegeven, welke van ouds
her en nog heden een naam der drooge Vygen,
naarde plaats van derzelver afkomst, is.
Dé Kenmerken van dit Geïlagtzyn, dat .de
Mannetjes - Boom < Trechterachtige Bloemen
heeft, die in vyven gefneeden zyn, byna zonder
Kelkj
Xlt. Veg. XtH. Populus Folits cordatis , obfolete ferratis.
Wachend. Ultr. Populus magna Virginiana &c. Du Hamel
ylrbr. II. p. 178. T. 39. f. 9. Populus magna Foliis ainplis
Sec. GKON. Virg. 194 s IJ7.
Kelk, en tien Meeldraadjes in de Pyp der Bloem, H.
beurtlings het eene korter, het andere langer,
£)e W.yfjes-’Boom heeft vyfbladige Bloemen Hoofd*.
jn eehe vyftandige Kelk , njet v y f Stempels.81 UIU
De Vrugt is een Appel met ééns Holligheid
en veele Zaaden.
Twee Soorten komen in dit Geflagt voor,
die beiden in de Indiën huisvesten, als volgt.
(1 ) Pompoenboom met de Kwabben der Biet' c *'rka
den Uitgegulpt. Papaya.
F3p3|3*
Boom.
Dit Gewas: is thans zo wel in Oost- als in
Westindie bekend, by den naam van Papaja-■
Boom, en heeft zo zeer geen Inlandfche naa-
men , ’t welk, gepaard met het Berigt der In-
diaanen , R u m p h i u s deedt denken, dat het
door de Portugeezen uit Amerika op de Mo-
lukkes overgebragt zy. Hy befchryft dien
Boom, niettemin, zeer omftandig, en geeft zo
wel Afbeeldingen van h e tW yfje en Mannetje,
als van de Wilde Papaja - Boomen. Even zo
'geeft M e r i a n ’er ook drie Afbeeldingen
van,
(O Carica Foliorum lobis finuatis. Syst. Nat. XII. Gen.
1127. p. 658. Hort. Clip. 4ÖÏ. Fl. Zeyl. 36j. ROYEN
Lugdbai. 225. Carica Ftor.de comofa Sec. BROWN .Jam. 360.
Atbot Platani folio , Fruftu Peponis &c. C. B. Pin. 131-
Mer. Sar. T. 40 & 6z , 64. Ficus arbor utiusque Indiac.
Pluk. Alm. 145. T. 278. f. 1. Fapaya-Maram. Hort. Mal.
I. p. 23. T. 13. f. 1. Papaya. Ehr. T. 13. f- *♦ Trew.
Ebret. T. 7. B-Umph. Amb. I. T. j o , j i . HÜGH. Bark,
j s i . T. 14, i j . burm. Ft. Ini. p. 31 s< 1.