II. ler een andere met geheel effenrandige Ei'a-
ArxxiEL* den» terwyl de onze getande Bladen heeft, is
Hoofd- voorgefteld, zo vraagt L r n n jeus, of die ook
s t u k . -n goort verfchiilen ? Inderdaad, wanneer men
i»Z*ter‘ :de beide Afbeeldingen van C a t e s b y , hier
aangehaald , befchouwt, da® fehynen het wel
byzondere Boomen te zyn.
Die Autheur noemtze beiden Tupelo, waar-
Fchynlyk volgens den Amerikaanfchen naam ,
en zegt, dat het hoogeBoomen worden, groei-
jende op Moerasfige plaatfen, op Ondiepten in-
éo Rivieren , en zelfs in rt Water. De Bladen
van den eenen gelyken zeer naar Laurier-
Bladen; die van den anderen zyn breed en rondachtig
, als Lindebooms Bladen; maar aan de
kanten met groote hoeken onregelmaatig uitge-
fheeden» In deeze gelyken de Vrugten ,in grootte
, gedaante en Kleur , zeer naar een kleine
Spaanfche Olyf : in dë andere zyn het Eyvor-
mige zwarte Besfen , die aan lange Steelen hangen
, feherp en bitter van Smaak-, doch tot Aas
dienende voor Gevogelte en Wilde Dieren..
Deeze bevatten zo wel een geftreepten Steen
als' die anderen. Het Hout van den Laurierbla-
digen is taay en hard, tot veelerley Werkhout
dienp;
771, FT. Foliis integerrfmis* Hors. CUff'. 4.62. FT. Pedimcu-
lis multifioris Ghon. Hirg. 121. Atbor in aqiia nascens &c,
CATESE, Car. I. p. T. 41 & 60. SEL1CM. Vog. I. Band. p.
66. Pi, 82. II. B. p. 16, PI. 2O; Fotmina. Nysfa pedunculis
unifloiis. GEON. Virg. 121. Cynoxylon Ameticanum Falio
SKtsfiasculo molli 6c tenaci, F LUK. Aim, 127, T. 172- f» 6«
dienftig; dat van den anderen is wit, week en AF**#ELt
Spongieus , wordende van dat der Wortelen xxi.
als Kurk gebruik gemaakt. ^ ° °FD'
De eerfte van C a t e s b y , met Laurierbla- w 'attT,
den, is in de Virginiiche Flora van den ouden boom.
G ronovius genoemd Nysfa met veelbloemige;
de andere Nysfa met eenbloemige Steeltjes. Deeze
laatfte wordt voor het Wy fje gehouden, en
dezelve zou het Amerikaanfche Hout zyn , ’t
welk de Engelfchen Black Dogwood, dat is zwart
Honden - Hout heeten , volgens P l u k e n e -
t i u s : maar hoe komt zulks met het zeggen
van C a t e s b y , dat het Hout van deezen
Water-Tupelo wit is, overeen?
P I S O N I A.
Naar den vermaarden P i s o , die door zyn
Reistogt naar Brafil, en de befchryving der
Natuurlyke Hiflorie van dat Land ,by de Kruidkundigen
zeer bekend i s , heeft P l u m i e r
deezen Geflagtnaam ontworpen.
In hetzelve hebben zo wel Tweeflagtige, als
Mannetjes- en Wyfjes-Bloemen, % zy op de
zelfde of op byzondere Stammen , plaats, ’t ls een
Klokswyze Bloem, aan den rand in vyven gedeeld,
met v y f o f zes Meeldraadjes en eenen
Stamper , welke in fommige Tweeflagtigen misdraagt.
Anders levert die een Vrugt uit, welke
vyfkleppig is , met ééne Holligheid en daar
-in een enkel Zaad.
Twee Soorten komen ’er in voor j als volgt.
Ss 2 (O Pi-
II. Deel. i i i , stuk.
■ ■ ■ ■ ■ ■
M i « a§? m