IL
A f d e e l ,
xi v.
H o o f d s
t u k .
Z o u t -
J io om .
langwerpig ovaal, ftorap , van boven glad en
groen, van onderen met een digte, fyne , gry-
ze Wolligheid bezet hebbende, en dik gedeeld.
Ten opzigt van de Bloem en Vrugtmaaking
komt die met de volgende Soort overeen. Zyn
Ed. betrekt 'er toe de Bontia met effenrandige,
langwerpige, gepaarde Bladen, van B r o w n e ,
de Donatia van L o e f l i n g en de.Oepatavan
Malabar, die door de Nederlanders aldaar Zout-
boom genoemd wordt volgens C o m m e l y n .
Ook zou de Mangles - Boom met Laurierkers-
Bladen en vierbladige witte Bloemen, van Slo-
ane op Jamaika gevonden , hier toe behooren.
Wat den gedagten Zoutboom aangaat, dezelve
wordt befchreeven als een fchoone Boom, met
eene uitgebreide Kroon, wel zeventig Voeten
hoog en omtrent zestien Voeten dik, met wit.
achtig Hout en roodachtige Wortelen, die van
een Zoutigen Smaak zyn : de Bladen zyn gepaard
, langwerpig rond, van boven groen en
glad , van onderen Afcbgraauw : de Bloemen
klein , w i t , welriekende , vierbladig met vier
Meeldraadjes en groeijen Troswyze: de Vrug-
ten Kegel vormig fp its , platachtig , onder een
dikken groenen Bolfter een foort van Amandel
als een Boon influitende , die bitter van Smaak
is , en de eigenfchap heeft, van nog in de Bolfter
vervat, en buiten den Grond, (zo ik het be-
gryp,) de beginzels van Wortels en Bladen uit
te fchieten. De Boom groeit op de Oevers der
zoute Wateren , inzonderheid by Cochin: de
Pit-
Pitten der Vrugten worden , na dat z y , door H»
lang weeken en kooken in Wate r , van haate Af°[evel'
meefte bitterheid ontbloot zyn , van de Inlan H o o f d s
t u k . ders gegeten.
De Heer L i m n ^ u s hadt, op het voet-™^**
fpoor van anderen, de Vrugtvan deezen Boom,
die dan, gelyk de Noot van den Catsjoe-Appel
, in haare Bolfter of Bast een fcherp, bytend
Vost bevatten zou * , voor het waare Anacar- * zie 11.
dium der Apotheeken, ’ t welk van Malakka en4oS. ’
de PhilippynfcheEilanden komt, gehouden. De
Engelfchen en Portugeezen noemen het ge-
meenlyk Malakka- Boonen. D e Heer Jacquin
verzekert, in tegendeel, dat de Anacardia geenszins
Nooten van deezen Boom zyn ; ja dat men
den Boom nog niet kent , waar van dezelven
komen. Op zyne vermaaning heeft onze Ridder
de Avicemia , die te vooren door zyn Ed. .onder
de Tetrandria geplaatst was, hier onder de
Didymmia te regt gebragt,
(2) Avicennia met Lancctvorniige, wederzyds ^ ir.
gladde, Bladen, nitida"1*'
G lad d e .
Deeze, door gedagten Heer alleen op de Zeeoevers
van Martenique waargenomen , wordt
onder de Mangliers o f Mangle's - Boomen geteld,
(z) Avictr.nia Foliis lanceölatis , utrinque nifidis. Syst.
gfrtt. XII. Avicennia Foliolis utrinque nitidis. JACC^ Amtr.
Hifi- p- 177- T. na- f. I.