II. „ gefchied : doch ’t gene de Autheuren verze»
^ xi|EL* « keren , en de Inlanders niet zelden vertellen,
H oofd- „ dat ’er zo dikwils en zo yeelen van deeze
stuk. 3J Appeltjes , met o f zonder nadeel, geheel
zoucjen opgegeten zyn, houd ik voor Ver-
, , digtzelen, die o f door ligtgeloovigheid , o f
, , ter kwaader trouwe, verfpreid zyn. De
s, fnydende Takken van den Steen, naamelyk,
, , waarfchouwen een onvoorzigtigen genoeg-
, , zaam, dat hy niet voortgaa met eeten, en,
, , zo hy evenwel wilde voortgaan , zou ’er
,, Konst en lydzaamheid noodig zyn , terwyl
„ inmiddels zyn geheele Keel deerlyk ontlto-
, , ken werde, Men verhaalt ook, dat de Scha*
„ duw van deezen Boom nadeelig is voor de
„ genen, die daar onder zig ter rulle leggen ;
, , maar my is , drie Uuren lang met myne Reis-
„ genooten hier de proef van neemende, niets
a, kwaads wedervaren. Öok heb ik de door het
, , L oof heen vallende Regendruppels, op myn
„ naakte Lighaam , geen nadeel, bevonden te
, , doen : ’t welk misfchien zal gebeurd zyn ,
, , wanneer de Melk uit Takken o f Bladen, die
, , door den Wind of Regen gebroken waren ,
„ daar onder was gemengd,”
Dit alles in aanmerking neemende, zo is het
zonderling en niet wel te begrypen , met welk
inzigt deeze Boomen door den Schepper voort-
gebragt zyn. To t geen nut ftrekkende voor
Menfch o f Dier , en in tegendeel de Wilden
een gereed middel aan de Hand geevende om
hun*
hunne Pylen , ter vernieling van hunne Even- Af ” *eu
menfehen , te vergiftigen; fchynt deeze Boom xix.
geenszins tot een goed einde te kunnen zyn™**®*
P m 1 1 • t t T STUK*
vefehapen, T e gevaarlyker is hy, om dat des-
zelfs Appeltjes fchoon • van Kleur en zoet van
Smaak zyn, Men wil dat z y , gegeten zynde ,
eene Slaapverwekkende kragt hebben, zo fterk ,
dat ’er de Dood op volgt. Het eeniglte nut ,
dat men van deezen Boom h e e ft, is deszelfs
Hout, ’t welk fraay bruinbont is , bekwaam
om gepolyst te worden en dus tot allerley fyn
Schrynwerk dienffig,
(a ) Dolboom met langwerpig ovaale Bladen, ii.
die aan het Steeltje twee Klieren hebben.
/*■ ift.
Deeze, van P l u m i e r genoemd Mancenil- boo“ f **
je met langwerpige Laurierbladen, is door B r ow -
ne voorgefteld onder den naam van Sapium ,
welken de Heer J a c q u i n tot eenen Gellagt-
naam aangenomen heeft. P l u k e n e t i u s
noemt hem Amerikaan/ebe Wolfsmelk - Boom ,
met groote Citroenbladen, die zeer fyn gekarteld
zyn en een zeerVenynig Sap. Die yanBarba
' ( j ) Hippomane Foliis ovato - oblongis, Bafi biglandulofis.
Syst. Nat. XII. Veg. XIII. Sapium arboreum &c. Brown.
Jam. 338. Sapium aucuparium. JACQ. Amer. 249. T. 1J8.
Mancanilla Lauri foliis oblongis. Plum. Gen. sa. Ie. 171. f.
2. Tithymalus arbor Americana , Mali Medicas Foliis amplio-
ribus tenuisfime crenatis , Succo maxime venenofo. PLUK.
Alm. 36$. T. 229. f. s.
II. Drix. iir . Stuk,