II.
A fdeel.
XXI.
H oofdstu
k.
Virginie te zyn , aangezien de Heer C l a fc*
t o n aanmerkt, dat men’er den naam vaöHoney
iï.
G leditfia
biermis.
On gedoomde.
Loenst aan geeft, ürekkende de Haamven,
mooglyk na dat zy uitgepeld zyn, des Winters
veel tot Voedzel van het Vee. Deeze Haauwen
zyn kort en Eyrondaehtig, bevattende een
Boon. Het wordt van denzelven Driedoornige
Aeatia , met breede bruine Haauwen, die een
groene zoetachtige Pap bevatten, getyteld. Plu-
kenetius hadt zodanig een Acacia , met Bladen
van Oostindifche Boonen, te Londen voortgeteeld
, die van Suriname afkomftig was, gezien.
De Bladen zyn dubbeld gevind, en ge-
lyken veel naar die van ’t voorgaande Geflagt,
(2) Gleditfia zonder Doornen.
Deeze Soort groeit op ’t Eiland Java in
Oostindie. Men vindtze derhalve Javaanfche
ongedoornde Acacia, met zeer gróote glanzige
Bladen , Cadawang by de Ingezetenen genaamd
, in de Beaumontfche Tuin getyteld.
Niettemin wordt daar toe ook de Ongedoornde
Amerikaanfche Acacia van den Heer M i l l e r ,
met paarfche Bloemen en zeer lange Meeldraad*
(2) Gledit/ia inermis. Da Häm. Atbr. I. p. 0.66. Acacia
javanica non fpinofa , Foliis maximis fplendentibus. Pi.DK.
jüm. 6. T. 123. f. 3. Acacia Americana non fpinofa, Fioie
purpureo , Staminibus longisfimis , Siliquis planis villofis,
Mil l . /f. T. s. Gleditfia inens», BVKM, Fl. Ind, f ,
224.
draadje •, de Haauwen plat en ruig hebbende, II.
it’huis gebragt. De Bladen, zegt L i n n æ u s , Af°xEjEL*
zyn dubbeld gevind ; de Vinüeeltjes met vier H oofd*
paaren Van fpitfe , gladde , glinflerende Blaad-STÜS*
j e s , en de gemeene Bladfteel loopt in een zag-
tfeh Doorn uit.
F R a x i N b s. Éfcheboorm
In dit Gellagt kómen Tvveeflagtigë en Wyf-
jes-Bloemen voor. Sommigen van de eerften
hebben geen Bloem noch Kelk , anderen
een Kelk j die in vieren gedeeld is , en eene
vierbladige Bloemkrans, met twee Meeldraadjes
en een Stamper j welken de W y fje s . Bloemen,
bok, Van eene LancetsWyze figuur hebben, en
zodanig is insgeïyks de figüur van het Zaad.
Drie Soorten zyn ih hetzelve opgetekend ,
dis volgt.
( i j Efcheböom met Zaagswys’ getande Vin- i.
bladen, de Bloemen zónder Blaadjes.
• Gemeene»
Deeze Soort is door gantfeh Europa gemeen.
& ay zegt , dat dezelve zo wel in de warme
als
( 1 ) Fraximt Foliolis ferratis, FLoribus ^stalij. Sysi. Nat.
XII. Gen. 1160. p. 679. Veg. XIII. p. 771. Fi.axinus Floribuï
nudis. Hert. Clijf. 469. Ft. Snee. 840 ; 92$. T4.au Jfed. 479.
Roten Lugdiàt. 396. Da l Jb. Parit. 306. Fraxinus excelsior.
C. B. Pin. 4 « , Fiaxkus. Döa. Per/tp. 77J,
Fuji. 177,
É r à
ZI.Deëè* ui, sfvst