II- Schoon deezé maar v y f Meeldraadjes heeft,
* is hy niettemin tot dit Geflagt betrokken, als
H oofd- maakende den Javaanfc'hen Kapokboom u it, öp de
stuk, J£ust van Malabar Panja - Panjala genaamd, en
hom°nt' onder de Nederlanders Donsboom, volgens C om-
m e l yn . Men vindt hem ook in de Westindiën,
op de Karibifche o f Voor-Eilanden van Amerika,
volgeös. den Heer J a c q u i n , die hém be-
fchryft als een Boom van dertig en meer, ja niet
zelden honderddertig Voeten hoogte (*).• Hét
Hout is witachtig , ligt en Draadig: de Schors
eerst groen en eindelyk bleekbruin , een half
Duim en daar boven dik. De Stam, die regtop
Baat, is zeer ongelyk van gedaante, dikwils in
’t midden dikker dan omlaag, en fomtyds dertig
Voeten hoog, eer hy Takken uitgeeft. De oude
Boomen zyn gemeenlyk Berk gevleugeld,
met Ribben die om laag wel, v y f Voeten uitRee-
ken. De geheele Oppervlakte , zo van den
Stam als van de Takken, is gemeenlyk bezet
met groote, ftefke, Houtige Doorens,die echter
fomtyds geheel ontbreeken , en dan is de
Bast
liis digitatis , Caule inermi. Fl. Zeyl. 220. H o r t. Ups. i+s,
Bombax Foliis digitatis , brachiis eredo -patentibus. Bbown.
J am . 277. Xylon Caule inermi. H o r t . Cliff. 175. Roven
Lugdbat, 437. Gosfypimn Javanenfe Salici* folio. C. B. Pin.
430. Eriophoros Javana. Rumph. Amb, I. pag. 194. T. go.
Panja-panjala. Hort. Mal. III. p, S9l t . 4 9 ,50 , Si. R AJ.
Hifi. 1899- Buem. Ft. Ind, 14s. .... .
(*) Quos etiam non tarocentum excedit. jAcq. Ik yerfta*
dit niet anders, hoewel de Ipiong w*t gtoot is.
Bast doorgaans voos als Kurk. De Doorens zyn H.
o f rond en Elsvormig , of plat en langwerpigAf£®e l*
vierkant., wanneer zy de Punt getand hebben ,Hoo?n-
en, als menze van de Schors afrukt, blyft ’erSTUK*
flegts een witte Vlak over. De Kroon is
breid , digt van Loof , en regelmaatig, indien
de Boom op plaatfen groeit, daar hy niet bloot
Baat voor den Noordooflen Wind. De Bladen
zyn gevingerd, zeven op een Steel, glad en
glanzig, fpits ovaal, Jaarlyks afvallende. Naar
’t end der Takken toe, komen Trosfen vo o r t,
van een menigte fchooné Bloemen, bleek Roo-
zekleurig; waar van hy rekende, meer dan twintigmaal
honderdduizend aan een volwasfon Boom
te zyn , die een aanzienlyke Kroon hadt. Hier
op volgen groote, gladde, bruine Komkommer,
achtige Vrugten , die langwerpig ovaal en rond
doch flomp zyn , bevattende een bruine Wolligheid
alsZyde, welke, door den minflen Wind
in de Lugt gevoerd wordende, ligt in den Mond
en Neusgaten , van den genen, die ze behandelt,
v liegt; zynde van weinig gebruik by de
Ingezetenen. De Reuk der Bloemen kwam hem
voor als van Kaas, en dit zal de reden zyn, dat
de Franfchen hem Fromager of Kaasboom hee-
ten: terwyl de Engelfchen ’er den naaiji aan gee-
ven van $ilk Cotton - T r e e , o f Zyde - Katoen
Boom.
De Vrugt van dezen Kapokboom, daar ik van
heb die vyf Duimen lang en anderhalf Duim
dik zyn, komt zeer wel overeen met de afbeel-
K 3 ding’,