364 E ENHü i z i CE B o o m e k .
A fdee *'em’ ^ i u ^ am i } a r genaamd, een Harstachtig,
xix\U vloeibaar, Vettig Vogt, van dikte als Terben-
Hoofüo thyn en roodachtig geel van Kleur, fcherp en
— Kruiderig van Smaak en eenen aangenaamen
hum. ‘ Reuk hebbende, welke als naar dien van Amber
grys en Styrax o f Storax zweemt. Hier van
heeft deeze Boom , by fommigen, den naam
van Storaxboom bekomen, die hem echter niet
toebehoort. R a y noemt hem Styrax met Bladen
van den Ahornboom , doch anderen hebben
hem, beter , Liquidambar - Boom getyteld. De
Sweeden , in Noord-Amerika , noemen hem
Gyllentra, dat is Guldenboom, zegt K a l m ,
doch de Engelfchen heeten hem aldaar Smet-
gum dat is Zoete Gom.
Deeza Heer nam hem aldaar op verfcheide
plaatfen, en dus als een gemeene Boom, waar.
' Hy kwam best in de Bosfchen, op laage Velden
en aan Beeken voort. Hy krygt een zeer
dikken Stam , en bereikt dikwils de hoogte van
degrootfte Dennen- en Eikeboomen. Terwyl
hy in de hoogte fchiet , verdorren de onderfte
Twygen en vallen a f , waar door de Stam ge.
meenlyk ongetakt is , uitgenomen de Kroon
van boven, die een groote uitgebreidheid
heeft. Mooglyk zal het de geelheid der breede
glanzige Bladen zyn , die ’er den naam van
Guldenboom aan doet geeven. De Zaadkorrels
zitten in ronde getande Vrugten , die in
de Herfst van den Boom vallen, en, dewyl hy
2eer hoog is , verfpreidea dezelven zig door den
Wind
H h i *'■ j H S S S
g O N O I 2 I A.
Wind ver in ’t ronde. Het Hout is zeer fyn II.
Van Nerf en gantfch niet hard, kunnende zeer
glad gepolyst worden, en dus kan men ’er ,H oofd-
met een Mes , zeer fyn Snywerk in maaken;STUK*
ja zelfs zou het, zo hy wil, tot Vormen k u n -^ “^*'
nen dienen voor de Lettergietery. Het wordt
veel van dd Witwerkers gebruikt om Tafels en
ander Huisraad te maaken , doch heeft, even
als ’t Hout van den Tulpenboom, het gebrek
van te krimpen o f krom te trekken, inzonderheid
als het wat digt aan ’t Vuur komt.
. De Heer K a lm hadt, in zyne Reizen door De lï-
Penfylvanie , getragt te verneemen , o f deezeqilidamt!er<
Boom weezentlyk den vloeibaaren Amber uitleverde.
Hem werdt berigt , d a t ’er altoos uit
den Stam , wanneer men ’er een Infnyding in
maakte , zekere Harst zypelde , die zeer welriekende
was; weshalve de Engelfchen ’er den
naam van Zoete Gom aan gaven; doch de veelheid
was aldaar te klein , om daar van te verzamelen.
Men oordeelde, dat deeze Boom ei-
gentlyk voor ’t Klimaat van Karoüna was ge-
fchapen , dewyl dezelve, hoe verder naar ’t
Zuiden, hoe meer van deezen Balfem uitleverde.
Waarfchynlyk doet hy dit ook in Virgi-
nie , dewyl men hem de Virginijche Platanus
, daar Styrax uit vloeit, genoemd vindt.
Dat dergelyke Boomen in Mexiko o f Nieuw
Spanje voorkomen , van waar men de Liqui-
damber eerst in Europa gebragt heeft, is uit
H e r n a n d e z blykbaar.
Wel-
+ II
. v I