ArmEi noernen ^an » Brood van Boombast, Barkxix.
' brood in de Swèedfche Taal , en deeze Naam
Hoofd- zal waarfchynlyk R a y misleid hebben. r|en
s de ^ien e’nde wordt van hooge Pynboomen, die
Pynhom. niet zeer Takkig zyn,de buitenfte dorre Schors,
die als uit Schubben beftaat, afgefchraapt; vervolgens
haalt men ’er den binnenften Bast, die
V ezelig, wit en Sappig is , ook a f, en droogt
denzelven in de Schaduw. De afhaaling moet
gefchieden, wanneer het Spint week is ; zo dat
de Boom zig gemakkelyk fchillen laat. Om nu
dien gedroogden Bast te gebruiken, braadt men
denzelven een weinig over gloeijende Kolen ,
dan maakt men hem klein en maalt hem, tusfchen
. Molenfteenen , tot Meel, ’ t welk, met Water
gemengd zynde, door lang roeren tot een foort
van Koekjes gebakken wordt , die naauwlyks
een Stroobreed dik zyn , wordende dikwils het
geheele Jaar door van de Lappen gegeten. De
.Finnen , die zig in de Wildernisfen tusfchen
Lapland en Sweeden, Lapmark genaamd, welke
vol zyn van Pynboom - Bosfchcn, nedergezet
hebben , geeven dit Meel aan de Varkens, en
maaken ’er dezelven zo gemakkelyk mede vet,
als de Sweeden met enkel Koorn.
HetGreè- In Finland vindt men Pynboomen, zo ver-
nen Hout. foaald wordt , die onder by den Wortel een
Vadem dik zyn , en vyftien o f zestien Vademen
Stams hebben tot aan de Kroon: zo dat
. deeze Boomen omtrent honderd Voeten hoog
moeten zyn. Men rekent dat zy aldaar wel
by
M o n o i k i a . 373
by de tweehonderd Jaaren Ouderdom bereiken. H.
In Sweeden en Noorwegen vallen zy groet ApxrJj EI"
genoeg om die menigte van Greenen ■ Hout uit Hoofd-
te leveren , welke ons jaarlyks uit NoorwegenSTUK*
en uit de Oostzee toegebragt wordt, en, zo al -pynioom.
daar als hier te Lande, tot Planken, Ribben en
Balken , gezaagd. Men wil, dat hetzelve van
een byzonder flag deezer Wilde Pynboomen ,
Kryn - Pynboomen genaamd , afkomftig zy. Dat
in Noorwegen valt is het befte, daaraan volgt
het Sweedfche , ’t welk niet zo fyn van nerf is
en minder duurzaam: het Hamburger is wederom
llegter, en het -Berlynfche van allen het
minft digte en verganklykfte.
De Pynboomen zyn in ’t algemeen vermaard Terpcn-
wegens den Harst dien zy bevatten ; ’t welkaL«!
meest plaats heeft in de laagfte en Takkigfte
van Gewas. Deeze Boom, naamelyk , druipt,
wanneer ’er in gefneeden o f gekapt wordt ,
en dat uitloopende Vogt is de Gemeene Ter-
penthyn, welke door de Zonnefchyn uitdroogen-
de, door Vuur o f door den tyd, Harst wordt.
Sommige Pynboomen zyn zo vol Harst, dat zy
daar door byna verflikken , en deeze noemt men
Tcedce of Toortfen , en het Hout wordt in ’t
Hoogduitfch Kien - Holtz geheten. Van zulk
Hout worden Strookjes o f Splinters tot Fakkels
o f Toortfen gebruikt, in veele deelen van
Duitfchland. In Provence vergaderen de Ingezetenen
niet alleen Harst maar ook verfcheide
A a 3 Soor-
II. Deel. III, Stuk.