240 M a n w y v i g e B oom en.
II. Gewas heeft de gedaante van den Olm of
XVIn" Ypeboom, en wordt een Ethiopifch Boompje
H oofd- genoemd, met gevleugelde Takjes en paarfch-
stük, achtige Bloemen , hebbende in de Tuin van
B e a u m o n t gebloeid in *t jaar 1690, zo Se-
ba aanmerkt. P l ü k e n e t i u s noemt het
een Afrikaanfche Boom, die Besfen draagt. Onder
de Kaapfche Planten vindt men deeze Soort
door den Heer N. L . B u r m a n n u s opgetekend.
n. (a) Grewia met byna Lancetvormige Bladen
Oritntal* en enkelde Bloemen.
Oostindifciie.
- j3 e e z e home aan de voorgaande naby , zo
L i n n je ü s aanmerkt, doch werdt door de
ftompe Bloemblaadjes daar van onderfcheiden.
Het is de Pai-Paroea o f Couradi van Malabar,
een middelmaatige Boom op Ceylon, onder den
naam van IVaelmendya bekend, en dus genaamd ,
om dat hy bekwaam Hout verfchaft tot het
maaken van Schietboogen. De Portugeezen
heeten het Jacka de Mato, wegens de eetbaa-
re Besfen. De Bloemen komen Troswyze uit
de Takjes voort, ’t welk tegen de bepaalingen
fchynt te ftryden. De Vrugten, dat plat ronde
hoog geele Besfen z y n , hebben lang witachtig
Haair,
( i ) Grewia Fol. fublanceolatis , Floribus folitariis. Jbid.
Flor. Z ey l. 324. Grewia Corollis obtufis. R oven Lugdbat,
4.76. Hort. Clijf. 433. Pai-Paroea f. Coaradi. Hort. Mal. V.
p, 91. T. 4<?. RAJ. Htfl. 1624. BURM. Fl. Ind. p. i j j ;
. G * K A N » R % A. 24:
Haair, ’t welk ’er door de onzen den naam II.
Van Nierpluimen aan doet geeveh, Z y beflui-^F®*EIl,i'
ten vier harde Steentjes met bittere Pitten. HoofdÏ
De Heer N. L, B u r m a n n nus betrekt®tur
tot deeze Soort de Ccramfe Struik van R um-
p h i u s , die Boomachtig opfehiet, én de Bla.
den by paaren in ’t kruis geplaatst heeft, zyn-
de vier Duimen lang en twee Vingeren breed,
niet ruig maar glad; aan de kanten zeer fyn gekarteld.
Het B l oe i z e l i n kleine trosjes rondom
de Takken geplaatst, is wit, gelyk ook de
Vrugten , • dat; Beslén zyn, welke de Vogeltjes
gaarn eeten. Die van Banda gebruiken de Bladen
om Visïcbe'n te Vergeeyen en : te vangen:
zy ftampenze ten dien einde, en dóenze in een
Korfje ..vermengende dezelven met Afch : dit
dus een nagt toegedekt geitaan hebbende, werpen
zy die Bladen , al wryvende met de Han--
den, in het-Water, dat in Kuilen van Klippen
Haat, en dus komt de Vifch boven dfyven. On^
deftusfehen zyn deeze Bladen van géèö fch'ade-
lyke hoedanigheid voor het Vee én de Wortels
gebruikt meiï tot Geneesmiddelen. Op Banda
wordt dit Gewas in de Hoven geteeld; om de
Bladen ten gëmelden einde te gebruiken.
("3) Grewia met Hartvormige Bladen. :n
. O f Grewia
■ ■ - , tr.'i . : ; j ^fiatica.
FfO Grewia Fol. ebtdatis. liijt, & Mant.r 1^2. Mictocos r Ceyloo-
latenflora. Sp. PUnt. 734. Microcos , ïed’ancuüs'axillatibus
cenfertis dichotomis. Fl. ZejI. aog. BuVm . Fl. Ind U l .
tl, deel. iii. stok.