ir. blaadjes is zes : van de Meeldraadjes zyn de
AxvxnL zes buitcnlkn dikker dan de anderen: de Vrugt
H oofd- is een drooge Pruim.
stuk. Twee Soorten komen in hetzelve voor, beiden
haare afkomsr hebbende uit Amerika.
Xyiopi* CO Bitterhout-Boom met veelbloemige SteilmuricMta.
tfes en gtdoomdc Vrugten.
Gedoorn-
d c . __D
e Geflagtnaam Xylopicrum, waar van dee*
ze by verkorting fchynt gemaakt te zyn , betekent
Bitterhout. B r o w n e heeft dit Gewas
op Jamaika waargenomen , ’t welk Eyvormige
fpits verlangde Bladen, overhoeks geplaatst ,
heeft, met geftippelde Zaadhuisjes , de Bloemen
Troswyze in de oxelen.
XyUfia CO Bitterhout - Boom, met byna eenbloemige
giabra. Steeltjes en gladde Vrugten.
Gladde.
Van dien zelfden Autheur wordt deeze voorgefield
met breeder Bladen, korter Bladfleeltjes
en gladde Vrugten. Hier toe fchynt die Boom
betrekkelyk te zyn , welken de Engelfchen op
Barbados Bitterwood noemen , volgens P lu -
[k e -
( 1 ) Xylopia Pedunculis multifloris , Fru£Hbus muricatis.
Sys t. N a t . XII. Gen. 1027. p. «02. Neg. XIII. p. $gg. X y -
lopicrutn frnticofutn &c. Brown. Jam. 2jo. T. s. f. 2.
fa ) Xylopia Pedunculis fubunifloris , Fm&ibus glabris. IbU.
Xylopicrum Foliis amplioribus &c. BroWn. Jam. z$i. Xylo-
picron Aibor, Barbadenfibus Ligmim amarum. Pluk. Alm.
39S. T. 23*. f. 4.
/
r e n e t i u s , die echter ten onregte zigfchynt'
te verbeelden, o f dit niet wel de Kina • Boom Afdeel*
XVIII
van Peru mogte zyn. Hoofd,
G r EWI A .
STUK*
De gedagtenis van den vermaarden N e h e *
m i a s G r e w , door wien verfcheide Werken
over de Ontleedkunde der Plantgewasfen aan
't licht gegeven zyn, is door de benaaming van
dit Geflagt vereerd.
De Kenmerken , welken dit van het voorgaande
onderfcheiden, zyn , een vyfbladige
K elk: vyf Bloemblaadjes die van onderen een
Honigfchubbetje hebben : de Vrugt een Bezie
met vier Holligheden.
Het bevat thans visr Soorten , allen uit Indie
afkomftig, als volgt.
(O Grewia met byna Eyvormige Bladen en
enkelde Bloemen. dlwu
Oceideata-
Door fpitfe Bloemblaadjes te hebben, wasw«tindi-
deeze Soort van de volgende onderfcheiden. ’t fche*
Ge-
( r ) Grewia F o l i i s f u b o v a t i s , F l o r i b u s f o l i t a r i i s . S y s t . N a t .
XII. Tom. II. Gen. 1026. p. 602. Veg. XIII. p. 6g£>. Grewi*
Foliis fubovatis. Sp. Plant. II. p. *367. Grewia Corollis acu-
tis. Hort. Cliff. 4J3. Du HAMEL A r b r . I. p. z j 6. T. rog.
Ulmifolia Arbor Africana baccifera. Pluk. A lm . 393. T. 237.
f. 1. CJlmi facie Arbuscula /Ethiopica COmm. Ho rt. A m f l.
I. p. i <s j . T . ss. Se e . Kai. i , p. 4ff, T . 29. f. 3. r a i .
1Dendr. 13.