A fÏ eel 3* Ceder’ die tot de Cypresfen behoort, o f van
xx. den Levensboom in Kanada * • maar dat van
Hoofd- „ den Rooden wordt duurzaamer geacht te
Ï Ï Ü f » ^ fchoone ,oode K!eur . S
h)«m. »» Hout oojc een zeer aangenaame Reuk; doch
hi« foot *»" beiden verIiest het door veroudering. Hier-
siadz. ik om is het tot befchot der Wadden in Huizen
« als ook tot Tafels en Kasfen, niet zo dien'
s» B ig » sis men wel zou denken.
t m Omftreeks Philadelphia vond ikgemeenlyk,
„ aan de Buitenplaatfen der Luiden van Vermo-
j* , een Laan van zodanige: Boomen, die
„ van den Heeren W e g tot aan de Voorpoort
„ ftrekte. Men hadt ’e r , door het afkappen
3i van de onderfte Takken, een fraai je Kroon
„ aan gegeven. D it maakte des Winters, wan-
„ neer de Bladen van andere Boomen afgeval-
9, len waren , door derzelver, blyvende groen-
„ heid , een bevallige Vertooning. In ’ t groei.
j> ien dit Geboomte echter wat traag. Meest
„ wordt hetzelve , in ’t w ild e , door de Bes*
„ fen, die de Vogels eeten , en waar van z y
„ de Zaadkorrels, onbefchadigd, met den Afgang
„ lopzen, yoortgeplant. Om deszelfs aankwee-
„ king te bevorderen , was in de Penfylvani-
„ fch c Almanach van 1749 een B e r ig t, daar
„ toe ftrekkende, en aangaande de nuttigheid
„ van dit Geboomte, ingelalcht.”
Thans is , als een nieuwe Soort, hier byge-
voegd een Chineefche Geneverboom, die de Bladen
uitgefpreid , wederzyds groen, digter dan
jn de overige Soorten he e f t ; naauwlyks Ree- JI* ' .
kende, aan den Stam drievoudig en viervoudig
aan de Takken. In de Koninglyke Akademie- Hoofde
Tuin te Upfal bevondt zig d e ze lv e , uit China
afkomftig zynde (* ).
(9^ Geneverboom met gepaarde; regtopftaand ix.
aßtopende 9 Blaadjes, de paaringen famen-
Savcl- of
Seven-
boora»
gekast.
Me t deeze niet al te duidelyke bepaaling ,
volgens den Heer G o d a n , is de zeer bekende
Savel- o f Sevenboom thans voorgefteld , die te
vooren door onzen Ridder genoemd was, Geneverboom
met van onderen aangegroeide Bladen
, de tegenoverftellingen famengefchakeld
hebbende. Men wil dat de Latynfchen naam
Sdbina , waar van , behalve • de on ze, ook de
Hoogduitfche Sïberibaum, de Franfche Savi-
nier, en de Engelfche Savin, hunnen oirlprong
hebben, van het Land der Sabynen, alwaar die
G e -
(+) junipems (Cbinenßs) Foliis patentibus confetti*, Cau-
linis ternis , Rameis quaternis. Syst. Nat. XIX. Mantisf. p.
127. J. Foliis decurrcntibus imbricaco - patentibus confettis
c. Veg. XIII. p. 749«
(9) Juniperus Foliis oppofitis ere&is decurrentibus, oppo-
fitionibus pyxidatis. GouAN. Monsp. 510. juniperus Foliis
inferne adnatis, oppoficionibas concatenatis. Hort. Cliff". 464.
Hort. Ups. 199. Mat. Mtd. 457. ROYEN Lugibat. 90. Gmel.
Sib. I. p. i s 3. Sabina Folio Cupresfi. C. B. Pin. 4S7. Sabina.
Dod. Pempu 854. ß , Sabina Folio Tamaiisci Dioscoridis, C»
B. Pi»* 487*