II.
A fdeel,
XIX.
Hoofdstuk.
Platanus.
362
fchen omftreeks Philadelphia , taamelyk menigvuldig.
Men noemt hem daar gemeenlyk Water
- Beuk , en onder de Engelfchen Knoopeti'
Boom , wegens zyne ronde Vrugten. Om de
digte Schaduw werdt deeze Boom aldaar veel
by de Hoflieden en Tuinhuizen geplant, doch
van zelf groeide hy in Moerasfige Landsdouwen,
onder de Esfchen en roodbloemige Ahorn-
boomen; gelyk hem ook wel de naam van Vir-
ginifche Ahorn gegeven wordt. Dikwils zag
menze van hoogte en dikte als Denneboomen.
Een Weg , van Philadelphia naar Gloucefter ,
was ’er als een Dreef mede begroeid , en in
de Stad Nieuw Jork gaven deeze, met en benevens
de Sprinkhaanboomen, een Iieflyke lommer.
T e Chelfea , by Londen , zyn ook ver-
fcheidene van deeze Boomen geplant , die in
hoogte de grootfte Eiken tarten.
Wat de Bladen aangaat, die zyn niet Vin-
geracbtig ingefneeden, maar hoekig gekwabd ,
van boven helder groen , van onderen wat
Wollig , taamelyk groot en breed. De Zaad-
knoppen , naar die van den Oofterfchen volmaakt
gelykende , hangen enkeld aan Steelen
van vier o f v y f Duimen lang. In Amerika
bly ven zy tot in ’t Voorjaar aan den Boom, wanneer
zy zig openen , om het Zaad te verfprei-
den.. In fnelheid van aangroeijing overtreft hy
alle andere Boomen. Van den Bast weeten de
Wilden Schotteltjes, Bakjes, Korfjes en andere
dingen te vervaardigen.
L i-
L i q ü i d a m b a r . Amberboom. II-
■ A fdeel.
XIX.
De benaaming van dit Gellagt zo veel als H o o f d -
vloeibaare Amber betékenende, geef ik ’er den stuk.
naam van Amberboom aan.
De Mannetjes- en Wyfjes - Bloemen hebben
beiden een vierbladigen Kelk , waar in de eer-
ften een groot getal Meeldraadjes bevatten, de
anderen , wier Kelk Bolachtig rond is , twee
Stylen. De Vrugt beftaat uit veele tot een
Kloot famengevoegde Zaadhuisjes, die tweekleppig
zyn en bevrugt met veele Zaaden.
Van dit Geflagt zyn twee Soorten, beiden
in Amerika huisvestende, opgetekend, als volgt.
( 1) Amberboom die de Bladen Handpalms- 1.
v y - , , - , j* Liquidam- wys gehoekt heeft. barStyra.
ciflaa.
In de befchryving van den eigentlyken Sty-boom/ *
rax * Boom , die aan de Middellandfche Zee
groeit, heb ik ook van eene vloeibaare Styrax
gefproken , welke aan de Roode Zee wordt
ingezameld en naar Oostindie gevoerd *. Dee- * zie
ze° is verfchillende van den Westindifchen Bal-’£ v°orS; p II. oTUIv ^
lem jbisdz. 460,
(1) Liqüidambar Foliis palmato - angulatis. Syst. Nat. XII.
Tom. II. Gen. 1076. p. 632,. Liqüidambar. C. B. Pin. 502.
GRON. Uirg. I51. Hort. Ups. 287. Mat. Mei. 432. Hort.
CUff. 486. ROYEN Lugdhat. 534. COLD. Noveb. 228. Li-
quidambar Arbor. Pluk. Alm. 224. T. 42- f- (• C at. Car.
II. T. 6j. Styrax Aceris folio. RAj. Hifi. II. 1681, 179?, ■
II. DEEL. III,Stuk*