IT.
Afdeel.
xv.
Hoofdstuk.
Meloenitm
.
„ zelfde kragt als de Terra Lemnia bevonden
,, wordt : welke Aarde by veelen in zeer ge»
,, meen gebruik is , zo tegenPeffilendaale Koort-
,, fen, als Bloedfpuuwing, den gewoonen, roo»
„ den enBloedloop, als ook tot bepaaling dér
, , Stonden, enz. Eenigen neemen daar tegen
,, een Vierde Loots van deeze Aarde, tot een
„ fyn Poeijer gemaakt, en in Weegbree» Wa-
„ ter gefmolten , in ; terwyl anderen het Af-
„ kookzel, anderen het Aftrekzel gebruiken.”
Van den Stam deezes Booms maaken de Ne»
gers een zonderling gebruik. Hy wordt dikwils
door vermolming hol , vooral de genen wier
Penwortel fchade ïydt van Steenige Gronden,
en'met deeze uitholling doen de Negers hun
voordeel, maakende daar van een foort vanLyk-
Kelders voor zulk Volk, als zy de gewoone Eer
van begraaving onwaardig keuren. Dit zyn hunne
Poëeten , Mufikanten , Trommelflagers en
Potzemaakers , die hunne Dansfeeften regelen,
en waar voor zy in ’t leven een groot ontzag,
als dezelven voor Tovenaars houdende, maar
na de dood een affchrik hebben, waanende dat
de Aarde , Zee o f Rivieren, daar men derzel-
Lyken inwierp, hier door betoverd zouden worden.
Z y hangen die derhalve in de holten van
zodanige Boomen op, en fluiten den ingang met
een Plank toe ; alwaar dan die Lyken uitdroo-
gen tot Momies, zonder dat zy gebalfemd zyn.
Behalve de Vermolming is deeze Boom nog
eene andere Ziekte, wel is waar niet gemeen,
Onderhevig t naamelyk een foort van weekwor- , IV,
ding der Houtige Vezelen, die hem onbekwaam
maakt om Stormwinden te wederftaan. De Hoofd ^
Heer Adanfon zag ’e r , in ’t jaar 1749, op ze -ST^Ki
ker Eilandje, naby het Eiland van Senegal, een,
wiens Stam dus door een Rukwind Was gebroken;
Hy werdt toen Wel doof een groo-
te menigte Wormen van Boktorren bewoond ,
doch deeze oordeelde hy de oirzaak daar van niet
te zyn, maar dagt veeleer, dat de Eijereh der-
zelven , wegens de weekheid des Houts, daar
in gelegd waren , even als men zulks in rottige
.Wilgen Stammen gebeuren ziet.
B o M B Ä X. Kapokboom.
De Kenmerken van. dit. Geflagt, dat ook tot
de Veelmannigen behoort,. zyn , een Kelk in
Vyven verdeeld : de Vrugt een Houtig Zaadhuisje
l met v y f Hokjes en v y f Kleppen, waar itl
de Zaaderi met Wrol bedekt z y n , en een vyf-
hoekig Kasje, dat de Middehchotten. uitgeeft.
Van hëtzélVe zyn thans vier Soorten opgege-
ven, dië in de beide Indiën voorkomen , als
volgt;
( 1 ) Kapokboom met vyfmannige Bloemtiu t_
, Bombak
r, , . ptntan-
SchOOÖ drum.
Doni»
( i ) Bombak Flotibus pentandra. Spi. Nat. xÜ. Tost. Ü.^00®’
Gen. 83 j . p. 457. JAcq. Am&. ±6. Hiß, 1 ,1 . Bojsbax Fo-
K 2 Jih