11.
A fdeel.
xi ï .
H oofd
stuk.
Jukfoom.
Scheerheggen , van de een en andere gemaakt.
By het 'eerfte uitkomen leggen deeze Bladen
famengevouwen , als een Vel Papier. In de
Zomer hangen uit de oxels der Bladen zekere
Staarten , die aan ’t end een tros hebben van
kleinere Scheedswyze Blaadjes, met drie Punten
, waar van de middelfte langst , en daar
tusfchen komen kleine Knopjes, als Cicers ,
voort, die het Zaad bevatten, dat een enkelde
Pit is in ieder Knop o f Noot. Hierom is ’t
dan ook waarfchynlyk , dat het Vrugtbeginzel
onkeld z y , gelyk de Heer A d a n s o n verzekert
, in de Berk , in de Carpinus en in de
platanus , waargenomen te hebben (*). Anderen
evenwel willen, dat in ieder Schub van de
Vrugt-Aair twee Nootjes aanrypen zouden ( f ) .
De Haagbeuk, welken men ook Weis/buchen
o f Witte Beuk , tot onderfcheiding van den
anderen , dien men dan Roode of Bruine Beuk
noemt, getyteld vindt, ismeest in achting wegens
zyn Hout, dat ongemeen taay is , en derhalve
tot Handvatzels o f Hechten van veelerley
Werktuigen dienftig. Het wordt ook, by gebrek
van Ypen-Hout, wel gebruikt tot Wagen-
Asfenen Wielvellingen, doch inzonderheid tot
Jukken voor de Osfen en andere Werkbeeften.
Men maakt ’er Leeften en andere Vormen ,
als ook Klompen en Holblokken van. Uit de
dun-
(*) Adanson Famill. des PlmC II- P- 37®i
( t ; hall. Helv. p. ij s .
dunne Takken worden zeer goede Horden ge- II.
vlogten. Het Afkookzel der Bladen gen eest
fomtyds de Kwetzuuren van de Paarden. MetHooFD-
dat van den Bast wordt de Wol geel gevcrwdSTUK''
in Sweeden, even als met dat van de Berken. 3 uk-bo)m'
Uit oude Boomen v an deezen aart, heeft men
een roode , harde, Harst zien zvveeten , die
naar Gom Lak geleek (*).
(2) Jukboom met de Schubben der Vrugt'Aai- n -
,, Carpinus
r e n g e zw o l l e n . , o jiry a .
italiaan-
Deeze Soort wordt dus van de andere, met
den ouden naam van OJlrya, onderfcheiden. C.
B a u h i n u s heeft reeds van zodanig een e,
met een Trosachtige Vrugt, naar die der Hoppe
gelykende , gewag gemaakt , zeggende dat
deeze in Italië , de andere in Duitfchland gemeen
is. Ik onderfcheidze dan met den bynaam
van Italiaanfche, gelyk dezelve door Miche-
l i o s getyteld wordt , die ’er een Afbeelding
van geeft , welke zeer fraay is ; merkende aan,
dat ’er van dezelve een Soort is die de Vrugt
korter , en eene andere die dezelve langer
heeft.
(*) Fabregou descript. des Plant. env. Paris. Tom. III. p. 50
(2) Carpinus Squamis Strobiloium inflatis. Hort. Cliff. 447.
B.OYEN Lugdkat. go. Gron. Firg. i j i. Cold. Noveb. 227.
Oftrya Uimo limilis , Fruftu racemofo Lupulo fimili. c . B.
Tin. *27. Oftrya Italica Carpini folio &c. Mich. Gen. 123.
T. 104. f. i , 2. /S, Aceris cognata Oftrya di£ta florescen*
Pluk. Alm. 7. t . 15«. f. j.
Z 3
11 1 1 $
j m :
i ir'«i I