II.
Afdeel,
XIX.
Hoofdstuk.
Lorkfr.-
i(sm.
VIII.'
Finns
Picea.
Harst»
Boom.
verteerd wordt als een Steen. Nog minder be-
grypelyk is het , hoe onlangs zeker Autheur ,
K u s t e r u s genaamd, zulks heeft kunnen bevestigen.
Het ftrydt niet alleen tegen de natuur
van een Harstachtig Hout , maar bovendien
is ’t zeker, dat veele Bergluiden geen andere
Brandüof hebben , en dat men de Kolen
daar van, in Switzerland , zelfs gebruikt tot de
Yzerfmelteryën. Het Hout is taamelyk digt en
vast, Goudgeel van Kleur, met bruiner Aderen
en Vlammen : het laat zig gemakkelyk fplyten
en wordt tot Paaien , Ribben, Planken, Geuten
en allerley ander Werk gebruikt, zynde
zeer duurzaam en byna onverganglyk , gelyk
uit den afbraak van oude Gebouwen, te Ve-
netie en elders, is gebleeken. Sommigen pry-
zen het als een Geneesmiddel voor de Melaatich-«
heid aan.
LiNNiEDS hadt dit Geflagt in twee hoofd-
Afdeelingen onderfcheiden, naar de groeijing
der Bladen o f Naalden. In alle de voorgaan-
den komen dezelven, uit een gemeene Scheede
o f als uit eenen Wortel , verfcheide by elkander
voort : in alle de volgende Soorten zyn
de Bladen enkeld , en onder wan elkander af-
gefcheiden.
(8} Pynboom met erikelde Bladen, die aan de
tippen uitgefneeden zyn.
Dee-
(*) Pinas Foliis felitarii* emargiiwis, S y s t . N a t . Xil.
Deeze groeit overal in de Bergachtige Bos- ïf*
fehen def Zuidelyke en Ooftelyke deelen van
Europaj en zelfs in Ruslanden Siberié, onderHoofd-
de Pyn- en Lorkenboomen. Hy is tot de Den-STÜK*
hen betrokken geweest, en wordt in ’t byzonder bÏm ? * '
de tPyfjei De'nnebom o f Denneboom met T a xis
Bladen genoemd ; doch de Duitfchers onderfcheiden
hem daar van , met den naam van
Fohr. Ook fchynt het my die Boom te zyn ,
welken de Franfchen Pesfe o f Bignet tytelen ,
wegens zyne ongemeene Harstachtigheid ; ’c
Welk zeer met den bynaam van Picea, aan deeze
Soort door onzen Ridder gegeven, ftrookt»
De Ëngelïchen noemen de gewoone Dennen
F ir r, en deezen Taxisbladigen Spruce • Firr.
Het i s , volgens de befchryving van C l u-
5 1 US* een Zeer hooge, fchoone Boom, die de
Schors effen en witter dan de Pynboom heeft.
De Takken groei jen ook kruislings, [dat is waterpas
, aan den Stam,] en breiden zig op zyde
als in Wieken ui t , welke aan de Takjes be- ,
groeid zyn met platte Blaadjes, die Vorkachtig
tiitloopen aan de Punt, zynde van boven groen ,
van onderen witachtig, en wederzyds als Kams-
wyze geplaatst. Aan oude Boomen houden zy
die
Veg. XllI. Abies Foliis folitaiiis apice etnarginatis. Hort. CUg.
449- ROYEN Lngdiat. 89, G-M£L. Sik I. p. 176. Abies Taxi
Folio, Fruäu furfum fpeftance. Tournee. Infl. sss- Abies
Conis furfum fpeftantibus live Mas. C. 33. Pin, ^oj. Abies
feemina five Elate theleja. J. B. W ft. 23 t.
C c i
t l . Deel, j y , Stuk.