II, ken, ook wel van de Menfchen gegeten; Dö
• FxTxL* Ingezetenen noemen hem Basterd Cederboom.
Hoofd*
stuk* (3) Theobroma met Hartvormige zevenhoeks
ge Bladen. jTbcêbroma 0
Gugußa*
Ik vind geen reden aangetekend voor den
Bynaam van deeze , wier Vrugt tot nog toe
onbekend is.
C 1 T R ü s. Citroenboom.
De Kenmerken van dit Geflagt zyn , eert
vyfbladige Kelk, v y f langwerpige Bloemblaadjes
•' twintig Meeldraadjes, tot verfcheide Lig-
haamen famengegroeid : de Vrugt Sappig met
negen Holligheden. •
Drie Soorten vind ik in hetzelve opgetekend.
( i ) Citroenboom met ongevleugelde Bladfiee*
len.
Deeze plagt Malus Medica genoemd te worden,
f3) Theobroma Foliis Cordatis feptem- angularibus. Syst.
Nat. P*eg. Xlll. p. J80. Syst. Nat. III. p. 233.
(1) (Citrus Periolij linearibus. Syst. Kat. xil. Gen. 901. p.
SOS. Hort. Cliff. i j 9. Hort. Ups. 236. Mat. Med. 366,
Rozen Lugihat. 266. Malus Medica. C. B. Pin. 433. a
nimon vulgaris. Ferr. Hesp. 193. Malus Linionia acida. C.
B. Pin. 436. Burm.Fl.Ind. 173. Citreura 3c Liirtoii. Toornf.
Infl. $20, $21,
ï.
Citrus
Medica.
Citroenboom.
den, als uit Medie afkomftig zynde, waar van IR-
hy hier den bynaam heeft. Tot een Geflagt- Af“veIjL*
naam gebruikt L i n n hl u s den eigen naam Hoofd-
van den Citroenboom, en voegt dezelve den®TDK’
Limoenboom als eene Verfcheidenheid hy» Z y ioS ‘.rm‘
verfchillen , inderdaad , zo in de figuur der
Vrugten , als in hoedanigheid , een weinig ;
hoewel men ze gemeenlyk ondereen mengt.
Ook komen deeze Boomen en de Oranjeboo-
men elkander nader dan- de Appel- en Peere-
boomen , dewylze op elkander zig laaten Enten.
In Italië is men gewoon * tot de aankwee-
king van de Citroen- en Limoenboomen, altoos
Oranje - Stammen te verkiezen; doch dit wordt
by ons niet goedgekeurd, om dat zy die Stammen
knobbelig overgroeïjen , en hierom is het best
tot de Enting of Afzuiging van alle deeze Ge-
wasfen hun eigen Stammen te verkiezen; niet-
tegenftaande de Limoen-Stam fraaijer is ende
Oranje - Stam de Winterkoude beter tegen-
flaat.
De middelfle ‘deelen van Afie, omflreeks ert
beoosten het Beloofde Land, en Zuidelyker in
Perfie, fchynen de Natuurlyke Groeiplaats tc
zyn van den Citroenboom, die van daar zal
overgebragt zyn in de Landen aan de Middel-,
landfche Z e e , tot in Portugal en Spanje, en
eindelyk in de Westindiëii. Dé Citroenen groe-
jen evenwel te Suriname in ’t wilde, volgens
M E R i A N, aan Boomen zo groot als onze groot-
N fte
Ü* DitL, lil. Stuk,