II.
-Afdeel<
XIII.
H oofdstuk.
Tulpen-
Soom,
in Noord - Amerika, veelal hunne Kanoos of
* Schuiten maaken, door den Stam uit te hollen ,
gelyk de Heer K alm aanmerkt, fpreekende ’er
aldus van.
„ De Tulpenboom groeit, overal, in deWil-
, , dernisfen van dit Land (*). De Kruidkundi-
„ gen noemen hem Liriodendron en den Tulp-
j, draagende Boom5 dewyl zyne Bloemen, zo
wel wat de grootte als de Kleur en het uit-
” wendige fatfoen aangaat, eenigermaate naar de
„ Tulpen gelyken. De Sweeden geeven ’er den
„ naamvan Kanoetra, of by verkorting Knutra
, , dat is Kanoos-Boom, om de gezegde reden,
„ aan: maar van deEngelfchen, inPenfylvanie,
„ wordt hy alleenlyk Poplar , dat is Popelier,
j, geheten. Men houdt hem voor den hoogften
„ en dikften onder alle Boömen van Noord - Ame-
„ rika, en wil dat hy onze grootfte Boomen in
,, Europa in hoogte zoude evenaaren; doch de
„ witte Eiken en Dennen, zelfs hier te Lande,
„ zullen hem niet veel wyken. t’Is ondertus-
„ fchen zeer bevallig in ’t Voorjaar, o f in ’t laatst
„ van M e y , wanneer hy in volle bloefem Baat,
3, een zo grooten Boom, twee W'eeken lang ,
„ geheel met Bloemen bedekt te zien. Zyn Loof
„ heeft iets byzonders, ’t welk de Engelfchen
„ dee-
(* ) Penfylvanie naamelyk. Catesby meikt aan , dat dee-
ze Boom in de meefte ftreeken voortkomt van Noord - Amerika
, van den Zuidhoek van Florida af, tot in Nieuw-Eij-
geland toe.
y, deezen Boom, op eenige plaatfen, Oud ÏFyfs
^ Hembd doet noemen. Men gebruikt zyn Hout XIIL ’
,3 totveelerley Timmerwerk, van hetkleinfte a f, H oofd-
tot het grootfte toe; Daar worden Balken - £TUK* 5 , ^ T 1 TT Tlilpttl* 33 Planken, Ribben, Latten Van gezaagd; Hys- Boom"
„ blokken, Houten Bakken, Lepels van gemaakt;
33 het dient tot Kiften, Kasfen en allerley Schryn-
3, werk. Ik heb een taamelyk groote Koornfchuur
3, gezien, die met alles en alles gebouwd was van
y, een eenigen Tulpenboom. Een groot gebrek,
3, echter, is ’er in, dat h et, naamelyk, gelyk ons
3, Vuuren-Hout, door de nattigheid fterk uitzwelt
a, en door de droogte dan wederom geweldig barst
.3 en fcheurt. Men heeft het tweederleyf, geel-
33 achtig en wit van Kleur. Dé Bast o f Schors
,, kan in ongemeen dunne Blaadjes, gelyk het
33 MoskovifchGlas,gefcheiden worden. DeBla-
3, den;gekneusd, worden tegen Hóofdpyn om ’c
s, Hoofd gebonden. Aan Paarden, met Wormen
„ geplaagd , wordt bet Poeijer van de Schors
,, droog ingegeven. Veelen verbeelden zig ook,
s, dat de Bast der Wortelen; tegen de Koorts,
;; niet minder diehftig zy , dan de Kina. Dé
Boom groeit zo wel op hooge als laage Landen; <
;, doch, daar de Grond zeer nat is , wil hy niet
,, wel voort” ;
De Bloemen van deezen Boom zyn groenachtig
, van buiten geel en rood, van binnen
gevuld met een menigte van hoog geele of Oranjekleurige
Meeldraadjes. Z y beftaan uit zes
. E 2 lab-
1
Irj
r
i
M■
I