IK
Afdeel»
xx.
H oofdstuk*
i.
Schinus
M o lk .
G^kartel-
4s.
530 T wëehuizige B o ©men.
S c h i n u s . Heilboom.
De Bloemen der Mannetjes- en Wyfjes»
Boomen , in dit Geflagt, komen ten opzigt
van de Kelk, die in vyven gedeeld is , met
v y f Bloemblaadjes , overeen. De eerften hebben
tien Meeldraadjes : de anderen een Vrugt*
beginzel, dat eene driezaadige Bezie wordt.
Twee Soorten bevat dit f Geflagt, beiden in
Amerika huisvestende.
CO Heilboom niet gevinde Bladen, de Vin•
blaadjes getand , het oneffene zeer lang; de
Bladjieclen effen.
Dit Gewas wordt in Peru zo waardig gehouden
, dat de Indiaanen het op fommige plaatfen
aan hunne Afgoden toewyden , en daarom geef
ik den naam van Heilboom aan dit Geflagt.
Schims is de Griekfche naam van den Maftik-
boom. Z y noemen dêêze Soort Mulli o f Malle
, en daar van komen zo wel Groote als Kleine
Boomen voor, in Peru, die Bladen als befchree-
ven is hebben , en, wegens de Geftalte , Pe-
ruviaanfche MaJUkboom van C . B a d h i n u s
ge-
(1 ) Schinus Foliis pinnatis, Foliolis ferntis impati longisiï-
mo, Petiolo squali. Syst. Nat. XII. Gen. 1130. p. 6s i.
?III. p. 747. Hort. Cliff. 433. Lentiscus Peruviana. C.
B. Pin. 399, Lentiscus Africana. Seb. Kab. II. p. 7. T. S.
f. 5. Molle. Clus. Cur. poft. 9j . adMonard, p, 324,TQUINJ.
lnft, App. 66i, Dod. Kruidt, p. 1364,
genoemd zyn. Die Bladen hebben den Reuk II. ,
van Venkel en het. Afkookzel van de Schors ^r^ SL'
deezes Booms is tegen de Pyn en Zwelling Hoofd».
der Beenen, tot Stooving, in gebruik. Van de5TÜIC- .
Takjes rhaaken zy Tandeftookers , en van deHe,iisom'
Vrugten , dat Besfen zyn ,r zekeren Drank als
Bief o f Wyn , ook Azyn en Honig, naar de
manier van kooken. De Gom , die zo wit als
Manna is, in Melk' gefmolteri, zou door betting
de. duifterheid der Oogen wegnéemen , enz.
T e Mechelen hadt C l u s i u s , in de Tuin
Van zeker Heer j twee Boompjes van deezch
aart gezien, die uit Zaad aldaar gefprooten waren,
en op ’t derde Jaar ftierven, van welkeii
hy een Takje afbeeldt, met ëen V rugt-Tro s,
welke hem uit Spanje toegezonden was , daar
hevens. Een dergelyk Takje heeft S e b a in
Afbeelding gebragt, vergelykende de Bladen by
die van ;’t gewoone Varen - Kruid j doch het
Gewas Lentiscui Africana noemende , waar-
fchynlyk , om dat hy hetzelve uit Afrika o f
van de Kaap der Góéde Hope gekreegèn hadt.
Immers: de Héér N. L . B d r m a n k d s heeft
Ook hetzelve 'onder de Kaapfche Gewasfen opgetekend
(*).
Noch S e bA,, noqji C l u s i u s , hadden de
Bloemen Van oeezen Böorii gezien, maar volgens
(*) In Prodrómo Flora Capehfts ad calcetn Floret lr.dket
s>bi & Schini fpeciës, quant Indicet cognominavit j p. 315 I.
a ij. ptoftat.
,‘,.K L I 2
II. Dist» lil. Stuk»