II* Wond-Baffem , komende , zo ’t fchyntj veel
met de Gom Animé overeen (*).
HoofDsTUK.
C a r y o p h y l l u s . Kruidnagelboom.
De Kenmerken van dit Ceilagt zyn eenvoudig.
De Bloem is vierbladig, de Kelk in vieren
gedeeld en dubbeld : de Vrhgt een Bezie
met één Zaad, voortkomende van het Vrugt-
beginzel onder de Bloem.
L , , Maar ééne Soort, wederom , is hier van op-
Caryopbyl- j _ -
lus Aroma-gegeven ( i ) , welke den gewoonen Kruidnagel-
Kmidna- Boom uitmaakt, en tevens den Wilden begrypt.
gei-Booui. £)e natuurlyke Groeyplaats van dezelven is op
de Molukkes., in een heete , drooge , j a byna
verfchroeide Grond , welken die Eilanden hebben.
Deeze Grond is hun zo eigen, dat menze
op andere plaatfen niet heeft kunnen voortkwee-
k en ; ten minfte tot die volkomenheid niet
brengen als op Ambon en daar omftreeks. Dit
heeft de Nederlandfche Opstindifche Kompagnie,
nu omtrent anderhalve Eeuw, in bezitting doen
blyven van deeze Goudmyn der Speceryën ( fJ .
Ik
(*') In Notis ad Hort, Malabaricam,
( i ) Caryophyllus. Syst. Nat. XII, Tom. II, Gen. 669. p.
3<5j. Hort. Cliff. 207. Mat. Mei. 26. Caryophyllus Aroma-
rirus fiuftu oblongo. C B. Pin. 410. Caryophyllus Aromaricus
lud. Orient. Fruftu clavato monopyreno. Plok, Alm. «8. T.
ij*, f. i. Caryophyllus. CLUS. Exot. 16. H.UMPH Amb. II.
p. i. T. i , 2 , 3. BURM. VI. Ind. 122.
(pj In ‘t jaar 1627 is de Ed. Kompagnie eerst volkomen
in 't bezit geraakt van den Nagel- Handel.
Ik moet de Hiftorie van deezen Boom kor-
telyk ontvouwen. Meer dan agthonderd Jaa- xin.
ren zyn de Kruidnagelen bekend geweest. De Hoofo-
Arabieren fpraken ’er reeds van in de Tiende
Eeuw. De Chineezen , al vroeg gedagte E\-gei-Boom.
landen bevaarende , bragten dezelven, die on.
der de Ingezetenen , wegens de hitte van ’t
Klimaat, in geen achting waren, van daar in
hun Land , en ontdekten de waarde van deeze
Specerye. Zy verhandelden die, naderhand ,
aan de Spanjaarden en Portugeezen , welke de
Nagelen in Europa overvoerden , en dezelven
tot een hoogen Prys vertierden aan' de En-
gelfchen en Nederlanders. Toen Koning Ph i l
i p s onze Natie en Engeland , in het ft uk van
Koophandel , geheel de wet wilde (lellen, na.
men de onzen het befluit, om zelf Speceryën
te gaan haaien uit Oostindie , en zy maakten
z ig , in ’t voorst der Zeventiende Eeuwe, geheel
meefter van de Molukkifche Eilanden, en
jn ’t byzonder van Mackjan o f Machian, dat
voor j de Moederplaats der Nagelboomen gehouden
werdt.é! Op Ambon , alwaar die door de
Portugeezen in menigte geplant waren , heeft
zig onze Natie, na dat dit Eiland hun ontweldigd
was , federt wel het voornaamfte gevestigd
, en , door de Inlanders van alle de Mo-
lukkes aan zig te onderwerpen , is het onze
Oostindifche Kompagnie gelukt, de Engelfchen
buiten dien Handel te houden ; inzonderheid
door de Nagelboonjen te vernielen op alle
qec