II* het Wolfsmelk gelykende, hangende aan Tros-
xxEL' jes. Ieder Vrugt heeft drie Hokjes en bevat
H oofd- drie gladde Zaaden.
STUK* Deeze Boom mag w e l, zo R u m p h i ü s
jef^.^^'aanmerkt , de Schrik der Matroozen genoemd
worden : want zo z y , uitgezonden om Brandhout
te kappen, in den Stam hakken by vergis-
fing, of om zig een weg te baanen de Takken
daar van komen te breeken kan ligt het fcher*
pe Sap, daar de Boom vol van is , Melkwit van
kleur, hun in de Oogen fpatten, en dan maakt
■ hetzelve een fchrikkelyke Omfteeking met geweldige
Pyn; ja , indien men ’er geen hulp aan
toebragt, zouden zy het Gezigt kunnen verliezen.
Bovendien onthouden zig in de Kuilen
daar zy liaan , o f in de holle Stam, kwaadaar-
tige Slangen , Mieren en Wespen, of Muggen ,
die wel niet Iteeken , maar by menigten in de
Ooren en het Haair vliegen ; ’t welk het naderen
van deezen Boom ook laflig maakt. Men kan
ligt begrypen , hoe fchadelyk het inwendige gebruik
van dat fcherpe Sap zyn zoude.
Basterd- Op plaatfen van den Stam o f dikke bloot Ieg-
Hout. gende Wortelen , die zig vertoonen als o f zy
uitgevreeten waren , tusfchen het Hart en de
Schors , vindt men een harde, bruine, vette
zelfftandigheid, die het Spint des Booms fchynt
te zyn. In de Stammen komt het fomtyds
twee o f drie Vingeren dik voor, doch aan de
Wortelen niet veel dikker dan eene Mesrug.
Van binnen is het doorgaans rosachtig, maar
vas
Van buiten , inzonderheid daar het van de Zon H*
belcheenen was , Pekzwart. -Het is broofch a l s ^ ^ f 1“
Glas en zo ve t, dat het niet alleen, aan ’t VuurHooFD-
gehouden , veel Olie uitzweet, maar ook alsSTÜK*
een Kaars o f Fakkel brandt. Verfch g e k a p fj^ f* “4
heeft het een aangenaamen Geur van Benzöin *,
welken het , lang bewaard zynde, ook door ’t
branden uitgeeft. By andere Houten o f welriekende
Stoffen gevoegd , verllerkt het in ’t branden
derzelver Reuk. De Smaak is wat bitter ,
als die van Aloë-Hout, en het gelykt zodanig
naar het echte Agallochum , dat het , door de
Chineezen toebereid zynde, voor Kalatnbak-
Hout zelfs paslêeren kan. Men vindt het al-
teenlyk in oude, knoeltige, gefcheurde o f holle
Hoornen , en de gezegde Infekten, zo Mieren
als Wespjes o f Vliegen, daar op te lang aazen-
d e , zuigen ’er de meefte Vettigheid uit. Dat
van de Mannetjes Boomen is bruiner en beter
-dan dat van de Wyfjes. Het Ternataanfcbe
is uit den rosfen en graauwen gemengd, met
zeer fyne Adertjes, en liefelyk van Reuk.
Men vindt ook eene Soort, die uit rood en
geel gemengd -is , o f geheel geel, als het beste
Sandelhout, met ftreepen overlangs, en dit
komt in de grootfte Stukken voor. De geele
Soort ruikt lieflyk, als zy raauw is , doch in *c
branden wordt de andere beter gekeurd.
Wy krygen, volgens fommigen, in Europa, Kaïambsk
geen ander Aloë - Hout of Agallochum, dan van£j0ge“
deezen Boom, wordende het Echte , dat in
Hh 2 ■ ■ jSji- '