11. en hooge Perfikboomen beplant; Aan geen aii-
^™EEL' deren Eik groeit, zo men wil, de Eiken-Mos
H oofd- by zulke groote dodden ■, als aan deezen;
STUK.
Cr4) Eikeboom , die de Bladen langwerpig ,
Stekelige. Lierachtig Vinswyze verdeeld heeft, met
de Slippen dwars en fp it s , van onderen
Wollig zynde.
L oeel merkt aah , dat ’er van dén Mgï-
lops twee Soorten zyn , de eene met grooter ,
de anderen met kleinere Eikelen. Deeze laat-
Jle heeft onze Ridder hier geplaatst onder deh
naam van Cerris , welke zö wël aan den voori.
gen als aan deezen toebehoort. Hy was by den
naam van Eik met den Kelk ftekelig en de Eikels
kleinder, reeds door C a s p a r B a u h ü
n d s onderfcheiden , en by zyn Broeder vindt
men hem Phagus o f Escutus getyteld : waar
van de eerfte naam gemeen is aan alle Eiken,
wier Eikels eetbaar zyn ; de andere éigen aan
eene byzondere So o rt, hier voor befchreeven.
D a l e c h a m p hadt een Boom onder die be-
naamingen voorgefteld, wiens Eikel uitermaate
zoet of lekker was, zegt J. B a u h i n u s ; doch
de Cerrus, die juist zulke Lierachtig Vinswys
verdeelde Bladen heeft als deeze Soort zyn toegefchree
U O Quercus Foliis oblongis lyrato - pinnarifidis; laciniis
transverfis acutis , fubtus tomentofis. Syst. Nat. XII. Veg.
XIII. Quercus Calice hispido , Glande minore. C. B. Pm.
420. T o i j r n f . Ir.ft. DOD. Lob. utlupra. phagus Cive Esculus.
J. BAUH. Hift. I. p. 74. f.
fchreeven, door gedagten Lyonfen Doktor afge- IM
beeld, heeft, zo dezelve aanmerkt, de Eikels xix!~
zeer leelyk, hard en naauwlyks voor de Zwyrten H oofd-
eetbaar, dan by gebrek van ander Voedzel. ïJetSTUK*
gemelde Uitwas tusfehen de Bladen, Bedelguar
genaamd , zou tot deeze Soort behooren (*).
J u g l a n s. Ockemooten-Boom.
De Kenmerken van dit Geflagt zyn, dat de
Mannetjes Bloem beftaat uit een eenbladige
Schubachtige Kelk, waarin een zesdeelige Bloemkrans
, met agttien Meeldraadjes.4 de Wyfjes-
Bloem de Kelk en Bloem in vieren gedeeld
hebbende , met twee Stylen , boven het Vrugt-
beginzel, dat eene Bolfter - Vrugt wordt met
een ingegroefden Steen.
Behalve onzen gewoonen Europifcben , komen
in dit Geflagt nog vier anc’ere Soorten uit
Noord-Amerika o f de Westindiën voor, als volgt.
( 1 ) Ockernooten - Boom, die de Vin-Bladen 1.
ovaal,
Europifche
f f*) Ramenta multa linearia esc aHs Foliorum. Xinn. Walnoot.
CO Juglans Foliolis ovalibus glabris fubferratis, fubsequalt-
bus. Syst. Nat. XII. Tom. II. Gen. 1071. p. 630. Vtg. JIII.
p. 717. Hort. Cliff. 449. Hort. Ups. z%6. Mat. Mei. 430.
ROYEN Lugdbat. gi. DALIB. Paris 293. Nux Juglans five
Regia vulgaris. C. B. Pin. 417. Nux Juglans. Dod. Pempt.
U 6. Nux. Toubnf. In ft. jg i . Nooten. Boom. Dod. Kruidt.
1271. f i . Nux Juglans Fruftu maximo. C. B. Piu. 417. j ,
Fr. tenero et fragili putamiue. lbid. J, Nux Juglans bifera-
Ibid. t. Fruftu ferotino. Ibii,