jj# Twéémaal ’s Jaars, in 5t Voorjaar en de
A f d e e l . Herfst, bloeide dit Gewas te Rome, en wél
Hoofd- ^et overvloèdigfte in September, doch die
s t u k . Bloemen gaven geen Vrugt. In een zodanig
• JtacU. Bloembollet je heeft hy wel honderd en meer
Kelkjes gefeld, die ieder veertig o f vyftig Haair-
dunne Meeldraadjes, met géelé Knopjes, uitgaven
zo dat het getal dier Draadjes , in zulk
éen Bolletje , ten minïte vier- o f vyfhondcrd
Was. De Smaalt déezer Bloemen was famén-
trekkende met 'eénige bitterheid: de Reuk als
die der welriekendfie geéle Violieren o f Muur-
Bloemen, en zy behielden zelfs gedroogd zyn-
de dien Geur. De Êoornen faakfèn ’s Winters
haare Bladen kwyt , én bleéven kaal tot m
Mey. Op de Bloèrftén 2 die zy dan uitgaven,
'volgdén trosfen 'vin Haauwen , fómtyds tien
by malkander, eên half Voet lang en een kleinen
Vinger dik , rondachtig en knobbelig wegens
de ihgeflooten Zaadeh. DèeZe Peulen
waren deïst groen, en ryp wordende zeer zwart
van Rïéur : de Smaak dér jongen ó f groenen
was zeer famen trekken de , en deeze hoedanigheid
verminderde dóór dé rypwording, geeven-
■ de de Zaaden, die mén daar in vondt, als één
zulke Zaadkorrel maar een weinig tyds in de
Mond géwehteld en 'gekaauwd werdt, niet alléén
een heeten Smaak , maar ook een zeer
Tterken Stank van Look.
( 3 4 ) Stuip-
(34) Stüipboom met uitgefpreide Stoppel-Door- II.
fiêri,"de Bladen dübbeld gevind, de buiten- Afx° “ l *
jls dér zydvinnen door een Klier onder- H o o f d -
fchêictén : de Blom - Aairen Klootrond m STUft«
J a XXXIV.
gejteeld. Mimofa
JVilotjca.
Deeze Soortelyke befchryving, op rekening J g g f * *
van H a s s e l q u i s t , is by hem als volgt.
Ky noemt tiöt Gcw&s 5 Tïiet dubbelde $
afgezonderde , kortachtige Doornen de Bidden
éubbeld gevind ; de fmaldeelingen wederzyds van
meer dan agt Blaadjes. Hét is , zégt hy, een
groote, "zeer Takkige , Gommige Boom, die
Bloemen als Hóófdjes, geel, een weinig kléiner
en donkerer dan in de nabuurige Soort
heeft; de Peulen uit famengedrukte, langach-
rige , Leedjes fameógefteld, lang en los : de
Zaaden rondachtig * famengédrukt. De Door-
■ nen zyn even als in de nabykoménde Soort, maar
merkelyk korter, en niet naar de punt verdunnende.
(34.) Mimofa Spinis Slipularibus patentibus ; Foliis bipin-
natis , partiahbus extimis Glandulä interüinftis : Spicis globofis
pedittieülatis. HASSELQ; Itin. 475- Mimofa Spinis geminisap-
ptoximatis , Foliis- bipinnatis , partialibiji bijügis. Hort. Cltff.
zoi. RöYEN Lugdbat. 470. GRÖN. Orient. 179. Acacia Foliis
Scorpioidis leguminofo. C. B. Pin. 39** Acacia Vera. J. B.
Hiß. I. p .419. VESUNG. a£gypt. T. 8. Dod. Pempt. -j$z.
TOUKN. Infi. 6oj. Acacia jEgyptiaca. HERN. MexUan. S66.
Acacia vera f. Spina TEgyptiaca, fubtomndis Foliis, Florelu-
teo , Siliqoä paucioribus Isthmis glabris nigticantibus. FlüK.
MM. 1 1 1 . T . i * 3 ..f. 1.
II, DEEL. III» STOK*