II.
Afdeel.
XX.
H oofdstuk.
Ger.everbeim.
v in .
yuniperus
Virginia•
na»
Virgin!-
fche.
Onder die bepaalingen vindt men decze, zo
wel als de voorgaande , in de Voortelling der
Planten van den Leidfchen Akademie-Tuin ,
geboekftaafd door den Hoogieeraar A dr. van
R oyen. t ’Is uit de Afbeelding van H e r .
m a n n u s blykbaar, dat het een ander Gewas
z y dan de voorgaande Soort: want z y gelykt,
zo die aanmerkt, in gedaante, zo wel als in
kragten , den gemeenen Geneverboom ; doch
heeft de Blaadjes fmaller en dunner, in ftyve
Puntjes uitloopende, en de Takjes in een fraai-
je fehikking omringende , zynde van . boven
blaauwachtig, van onderen bly-en altoos groen.
Z y draagt kleine Katachtige Saffraankleurig
paarfche Bloempjes en ronde Besfèn van grootte
als Hazelnooten, uit den bruinen paarfch-
achtig , met eenige Schubbige knobbetjes beze
t , en bevattende drie o f vier hoekige Zaadkorrels
, gelyk haare mede - Soorten. In Engeland
, was deeze uit Zaad van de Bermudes
Eilanden geteeld , .en laat zig in Nederland ,
hy , gemakkelyk , door aflegging o f van
Stek, voortkweeken.
(8) Geneverboom met drievoudige Bladen,
die
decurrentibus, fubulatis, patiilis, acutis. Roten Lugdbat. 9o.
Ekown. Jam. 362. Juniperus' Bermudiana. Heem. Lugibat.
545- T» 347- i^OF.RH. Ind. alt. p. o0g.
(?) ‘Jur.iperus Foliis ternïs Bad adnatis , Junioribiis iuibii-
Cat's> fenioxibus patubs. Hort. Cliff. 4s+. Roten Lugdbat.
9<J‘ GE0N' VirZ- l 57. KAX.Mi It. III. p, u ? ; ,jo . junipe.
die by den Grondfteun aangegroeid zyn; 4?
jongften op elkander leggende, de oudften
uitgefpreid. ïJoovd-
D e Groote B o e r h a a v e haSt de Geftalte ^ vcr
van deezen Virginifchen Geneverboom veel dui-
delyker uitgedrukt, met de benaaming van J u -
niperus Virgmiam , wiens onderfte Bladen G e neverboomachtig
z y n , de bovenfte naar die van
den Savel- o f Cypresfeboom gelyken. Dus
fchynt die als de beide voorgaande Soorten in
zig te befluiten, en zo de Geneverboom van
Barbados met Cypresfebladen, door P l u k e -
n-e t i u s als een zeer hooge Boom , die het
L o o f vierkantig hee ft, opgegeven , hier ook te
huis ware-, dan zouden deeze-drie Soorten wel
als ,ééne Amerikaanfohe, mooglyk, kunnen aangemerkt
geweest z y n : doch thans, wordt deeze
laatfte, als tot de Zesde Soort betrokken zyn-
de , ukgemonlterd. D e vermaarde R a y oordeelde
z e l f , dat deeze d rie, de Barbadifche , Eer-
mudifche en Virginifche , in malkander liepen,
en dat daar tusfchen mooglyk geen meer ver-
fchil dan tusfchen de Europifche Groote en
Kleirus
major Amerlcana. RAJ. JJ'fl- 1413 » I+I4. Juniperus ma.
xima , Cupresfi Folio minimo , Cortice iexteriore in tenues
Philyras fpirales duftili. Sloan. Jam. 128. Hiß. II. p. 2. T.
IJ7. f. 3. RaJ. Dendr. 12. Junipems Virg. Fol. infer. Juni-
permis , fuperioribus Sabinam vel Cupresfum xeferentibus.
EOERU, Ind. alt. p, 208.
M m 5
II, deel lil. Stuk