IX grooten niet alleen Kommen en Bakken , maar
A fdeel, ook Korfjes, door het uitfteeken der kanten,
Hoqfd' In een Pot 5 daar van ’ kan Water ett^yke
STUK. maaien over ’t Vuur gekookt worden , eer die
KalaUs. verbrande, De buitenfte Oppervlakte weeten
V°om- de Wilden en Negers met aartig Snywerk ,
zwart o f rood op een witten Grond, zodanig
te verfieren, dat deeze Kalabaslen , dus, in de
Kabinetten der Liefhebberen dikwils bewaard
worden, De Karibeen noemenze dan Coui, en
daar van zal de bynaam Cajeto misleiden af*
komflig z'yn.
Men ziet hier uit dat dit Gewas , met den
Gefiagtnaam Crescentia , ter gedagtenisfe van
den Italiaanfchen Kruidkenner C r e s c e n -
t ï ü s j door onzen Ridder gedoopt, te regt den
naam van Kalabas - Boom voeren mag. Het was
ook door den vermaarden C o m m e l y n een
Kalabasdraagende Amerikaanfche Boom gety-
teld De Heer J. B u r m a n k u s merkt aan,
dat P l d m i e e . aanmerkelyke verfchillendheden
in de Bladmaaking waargenomen heeft: het welk
dan ook aanleiding gaf, -tot het afzonderen van
deze Sport; naamelyk
(2) Kalabas - Boom met Lancetswys' Eyvor-
C r e s c e n t i a . tyliBB Bladen.
Cucurhiti-
fera. .
Rondbiadi- Dat 1
(1) Crescentia Foliis laneeokto - ovatrs. Mant. alt, p. 2jo,
Gresccntk Foliis objongo. - ova^is, Fruftu rptundo * Cortice
Dat dezelve den naam van Kalabasdraagende !?•
in onderfcheiding van de andere voert, is zon- XIV "
derling , aangezien hy een Vrugt draagt met Hoofd-
eenen broofchen Dop. Men betrekt ’er toe
den Kalabasdraagende Boom van P l t j k e n e -£#m,
t i u s met rondachtige famengetropte Bladen,
een ovaale Vrugt, en Hartvormige Zaaden, die
in een zwarte Klomp beflooten zyn, en dus ook
den Amerikaanfchen Kalabas-Boom van Sloa-
ne , met rondachtige Bladen ; doch dezelve
fchynt voor ’t overige nagenoeg met den voor-
gaanden overeen te komen.
(3) Kalabas - Boom met effenrandige Eyvor- c ™„tu
mise Bladen , die aan de Tip ge/pitst o-oata
ö Ovaaiblazyn.
dige.
Deeze Soort heeft de Hoogleeraar N. L.
B u r m a n n u s , als van de eërfte verfchillen-
de, voorgefteld , en ’t is zonderling, dat de
Heer LiNN- f f iüs dezelve niet tot de tweede
Soort betrokken heeft. Op ’t Eiland Java is zy
groeijende gevonden.
G me -
fragili. MlLL. Di&. N. 2. Cujete latifölk, Fruftu putamine
fragili. Plum. Oen. 23. Ic, 109. Gucurbitifera arbot, fubro-
tundis Foliis confertis, Fiuftu ovali. Pluk. Alm. 124. T. 171.
f. 2. Arbor Cucurbitifera Americasa, Folio fubrotundo. Sloan.
Jam. 206. Hip. II. p. 172. RAJ. Hifi. I6«7-
( i ) Crescentia Poliis ovatis integerrimis, apice acumlnatfc.
BuiiM. Fl. Ind. 132.
H 4