154 E h k e l b * o e d e * ige Boomen.
II. indie, met gevingerde gladde Bladen, eene vyf-
Af^ e l ‘ hokkige Vrugt , die met een witte glinfterende
Hoofd- Wolligheid gevuld is , van P l ü k e n e t i u s ,
stuk. t’huis gebragt door den Heer J a c quj n , die
fVcidmrn, 0Qj, toe betrekt ^en Moul-elavou van Malabar
, welke Woldoorn genoemd was door de
Nederlanders. Het is een Boom „dikwils een
Stam hebbende van vyftig Voeten hoog, eer
hy eenige Takken uitgeeft , en dezelven zyn
met zo fcherpe Doornen bezet, dat hy nimmer
van de Aapen beklommen wordt. De Bloemen
zyn zoetruikende, van grootte als de Handpalm?
de Vrugten even als die van den Kapokboom
enhaare Wolligheid dient tot het zelfde gebruik,
De Heer J a c q u i n , ondertusfchen , had aan
deeze Soort, in de Westindiën, en wel by Kar-
thagena , even als de voorgaande, en van de
zelfde Geftalte als de eerfte en tweede Soort,
voorkomende , nooit Doornen , maar altoos de
Schors mismaakt en monftreusKurkachtig, waargenomen.
De Bladen waren gevingerd, ten
minfte zeven op een Steel, en geheel ongekarteld.
De Bloemen hadt zyn E d ,, even als in
de voorgaande Soort, flegts droog gezien. Dezelven
hadden omtrent vierhonderd Meeldraadjes.
De Vrugten Jtwamen met die van de eerfte
Soort volmaakt overeen. Hy werdt van de
Spaanfchen ook Qeiba geheten.
(4) Ka-
’M p n a d e l p h i a . 1 5 1
(4) Kapokboom met vyf kwabbige, gfpitjle , II.
van onderen Wollige Bladen. Afdeei..
Hoofd-
Onder deeze bcpaalingen is eene Soort van ditsTUK.
jSeflagt door den Ridder in zyne Flora Zeylani-
ca voorgefteld geweest, aan welke de Hooglee*Gos/ypi-
raar N. L . B u r m a k n u s den bynaam
yan Conga» zo ’t fchynt om dat dezelve pnderliSe.
dien naam, als een dikke Appeldraagende Boom,
yan dertig Voeten hoogte, door den Heer O u t -
g a a r d e n , opgegeven was, Men betrekt ’er
toe, de Ketmia met een in vyven gedeeld, van
onderen witachtig Blad , dg Bloem geelachtig,
het Zaad Wollig, van den Heer J. B ü rma n *
h u s , in deszelfs Thefaurus Zeylanicus geboekstaafd,
welke de Cudu - P-ariti van den Mala-
baarfen Kruidhof zoude zyn , dat eene eigently-
ke Katoenboom is, De Heer L 1 n n m u s merkt
ook aan , dat deeze van een Soort van Gosfy-
pium, religiofum bygenaamd, naauwlyks dan door
de Wolligheid der Bladen, en de afgezonderde
Meeldraadjes, yerfchille. Deeze Soort zou dan
niet tot de Klasfe der Monadelphia behooren.
S T E W A R T I A.
De Kenmerken zyn , een enkelde Kelk, een
en-
(4) Bmhax Foliis quinquelobis acuminatis, fitbtus tomen-
tö(is. Syst. Nat. XII. Xylon Foliis &c. Fl. Zeyl. 222. Ket-
jnia Folio quinquefido, &c. BUBM- Zeyl. 136. Borabax Conga,
Bll&M, FL IntL 145,
I I . d e ^öl. u i . s x u »