II.
A fdeel.
xv.
H oofdstu
k .
Meloenhom.
Qëbruik.
nen befiuiten , verfcheide duizend Jaaren zyn *
en dat men den oirfprong der diklten dus moog-
lyk wel van dén Zondvloed af zou kunnen re*
kepen. Hy vondt ’er naamelyk, op zeker Eilandje
, van v y f o f zes Voeten dik, daar Jaar-
getallen in gefneeden waren, zelfs van de Veertiende
Eeuw , en dus moeften die Boomen by
de vierhonderd Jaaren oud zyn. Op dit Eilandje
, evenwel, kan de Groeiplaats wel zó gunftig
niet geweest zyn , als aan de Vaste Kust o f iti
’t Bofch by Kaap Verdé , waar hy déeze Boo*
men zo ontzaglyk groot en dik, als gemeld is,
aantrof, en dus zal ik den waarfchynlyken Ou*
derdom van dezelven , gelyk zyn Ed. elders
doet, maar op tweeduizend Jaaren Hellen.
De Baobab is voor de Negers van een aan*
merkelyke nuttigheid. Z y droögeri de Bladen,
en maaken ’er een Poeijer van, Lala genaamd,
daar zy dagelyks eenige Neepjes van in hunne
Kost doen. ’t Schynt dat de Ondervinding hun
geleerd h e e ft, dat de Verzagtende éigénfchap
van dit Poeijer tot hunne Gezondheid dienflig
zy. De Heer A d a n s o n zelf hadt zig, zo
hy meende , door een Aftrekzel der gedroogde^
Bladen voor den Buikloop en heetë o f Rof-
Itoortfen , die de Vreemdelingen anders aldaar'
zo veel aantasten , en voor eene Ichèrpheid in
’t Wateren , welke ’er in ’t heetst van ’t Jaar
gemeen is , behoed. De Vrugt, in ’t byzon-
der , heeft, verfch zynde, een verfrisfchend ,
aangenaam Merg ; dat zyne rinsheid lang behoudt*
houdt, eh ih de gedróogde Vrügten ook eetbaar .
is; des deZèlveri van de Mandingues , die gé-
heel Afrika doorreizen, als eene Koopwaar naar Hoofd-
'de Zuidelyke deelen van Afrika , eh door deSTüK*
Arabieren naar Marokko en andere Ryken van hom'10' "
Barbarie, ja zelfs naar Egypte vervoerd worden.
Op die wyze zal ’er de vermaarde A l p i n u s
kennis aan gekreegen hebben, die ’er aldüs van
Ipreekt.
„ De Éahóbab is een Vrugt van grootte als
„ een Citroen , haar een Kalabas gelykende ,
,, van binnén bevrugt met harde zwarte Zaa-
„ den, wier enden naar elkander toe geboogeh
„ zyn , vervat in een èeJfflandigheid als die, der
33 Kalabasfen , welke in de verfche Vrugteh
3> vogtig is en rood, van eene zuure, niet on-
,3 aangehaamé Smaak. In 'de verfchrbeïde dee-
„ len van Ethiopië wordt het zuure Merg van
3, de verfch van den Boom gefneeden Vrugt ,
„ door Vermogende Luiden met Suiker gfeteni-
3, perd zynde , niet alleen zeer verfrisfchende
a, eh Dorst leschende , maar ook zeer verkoe-
3, lende bevondèn. Aldaar gebruikt meh hetzel-
,, v e , zo ik vérftaa, tegen alle Heéte Ziekten
s, en Rottige, inzonderheid Peftilentiaale, Koort-
$3 fen: zo wel door de Pap met Suiker te eeteh
„ als het uitgeperftè Sap met Suiker 'gèmengd
5, te drinken, o f de Syroop, daar van gemaakt,
is T e Kaytb ook s daar men de verfche Vrug-
3, ten niet h e e ft, geeft men de zodanigen het
is Poeijer in, van derzelver M e rg , dat van de
n K - v „ zelf- iDeel» iii* stüsKi