II. en heiland tegen Weêr en Wind ; wordende
A m'EL’ tevens om zYne ligtheïd , in Plankjes gezaagd
H oofd- zynde, die men ’er gelyk in Duitfchland Schin-
sxük. deh noemt, veel gebruikt om de Huizen te
dekken.
in. ( 3 ) Cypresfeboom met Schubachtige Bladen ,
n Tolies ^ 00f wederzyds fcherp.
Pcnfylvamfche.
De Naantjes - Cypres van Maryland met kleine
blaauwe Bloempjes, van P u j k e h e t i u s ,
is hier t’huis gebragt. Volgens het Berigt van
K i t M zou bet echter deeze Soort zyn, die
als een Boom in en aan Moerasfen groeide ,
wordende Witte Ceder of Witte Geneverboom
genoemd, en tot de gezegde Schiridels zo Iterk
gebruikt, dat men hem meest overal weg gekapt
had. Hy groeit, volgens de Waarneeming van
Doktor C o l d e n , Natuurlyk niet’ Noordely-
ker dan Nieuw Jcrk : hoe komt het dan, dat
L i n NjEüs hem in Kanada plaatst ? Vêele
Moerasfen kwamen in Nieuw Jork voor , die
men deswegen Cedar - Swamps noemde^ Het
Hout werdt tot allerley Werk gebruikt, zelfs
tot het bouwen van Huizen, die duurzaamer
geacht werden dan van eenigerley Soort van
Amerikaanfche Eiken. Het voornaamfte gebruik
der-
(3) Cupretfus Folns imbilcatis , Frondibus ancipitibus.
Kalm. h. II. p. 17$. Sc. III- p. 114; 144- Mïll. DiEl. N-
5. Cupresfiis nana Mariana , Fru&u coeruieo patvo. Pluk.
Mant. 61. T. 34J. f. I.
M o n o i k i Ai 433
derzeïven , echter , was tot Dak - Schindels en H-
Duigen van Vaatwerk ; wordende Jaarlyks een
menigte daarvan, zelfs, naar de WestindiënHoofd-
verzonden* Men hadt ,, ten dien einde, deSTÜK*
meellen van deeze Zwampen reeds van Hout
ontbloot,zonder dat ’er voorzorg gedragen was,
tot eene nieuwe aanfokking van dit nuttige Geboomte;
Hy merkt aan, dat .?MiLLÈR hetzelve
Amerikadnfciie Cypres met een zeer kleine
Vrugt noemt, en inderdaad, de Vrugten zyn
maar van grootte als Geneverbesfen, doch fply-
ten even als de Cypresfen - Nooten; terwyl het
Loof naar dat van den Boom des Levens gé-
lykt;
(4) Cypresfeboöm met ..kruislings gepaarde , jv .
Elsvormige Bladen, die wyd van elkander ^ “ïplru-
(laan. - it5-
J Kaapfche,
Deeze Soort van Cypres , welke de Bladen
zeer fmal heeft, volgens M i l l e u , komt aan
de Kaap der Goede Hope voor* L i n n ^ us
hadt ’er maar kleine Plantjes van gezien. Moog-
lyk zal tot deeze Soort, die, welke te vooren
Tbuja Cupresfoides genoemd was, en de Vrugten
als Cypresfen-Nooten heeft , nader dan tot
de Ongebladerde Thuja behooren: alzo dezelve
geens-
(4) Cupresfus Folüs óppofitls decnsFatis fubularis patuiis.
Sytt- Nat. XII. Vtg. XIII. Cupr. Foliis linearibus fimpüei»
bus, Seaislatlm pofitis. MilL. Dif?, M, 6.
E e
Sis DEEL, lil» STÜ«.