TI.
'Afdeel.
XXL
H oofdstu
k.
Ahorn•
boom.
Het
Hout.
Ik vond de Bladen van jonge Efchdoornen o f
Schotfe Linden , aan de zyden van een Laan
omtrent eens Mans langte hoog groeijende, met
menigvuldige groote zwarts ■ Vlakken gefpren-
kcld. Terwyl ik over die Veftooning peins;
flaa ik het Oog naar boven , en z ie, dat z y
onder den Drup van Eikeboomen Honden. De*
wyl, nu , het Sap der Eiken van dien aart is ,
gelyk wy weeten , dat h e t , in overeenkomst
met andere famentrekkende Vogten uit Plant-
gewasfen, door byvoeging van Y ze r-V itrio o l,
o f enkel van Yzer o f Staal, zwart wordt; zo
heb ik gedagt , dat ?er iets Vitpolifch in de
Bladen van den Efchdoorn moest zyn, om zulks
uit te werken: ten ware het uitzweetende Sap,
op de Bladen der Eikenboomen, reeds die zwarte
Kleur mogt bekomen hebben, door aandoening
van de L u g t , en dan door den Regen op de
Efchdoorn - Bladen neergedroopen zyn. D it zal
mooglyk door nader Waarneemingen blyken.
Onder tusfchen heb ik die zwarte Vlakken op
geen ander L o o f gezien.
Het Hout der Efchdoorn- o f Ahornboomen i s ,
wegens zyne fyndraadigheid en vastheid, zeer bekwaam
voor den Draaybank, en wegens deszelfs
witheid, dikwils , inzonderheid in ’t gene van
de Knobbels komt, met Oogswyze ronde Vlakken,
die uit den rosfen zien , aartig als een
Paauweftaart gefchakeerd. D e Engelfchen en
Duitfchers maaken van hetzèlve niet alleen Bakken
en Tafelborden , maar ook Theekopjes en
Bak-
Bakjes, zo van gewoone grootte als van on ge- . .
meene kleinte, tot Kinder Speelgoed. Die won- xXIEL*
derbaare Stelletjes, daar wel vyftig in elkander Hoofd-
fteékende Bekertjes, zo dun als Papier, in eeneSTUKé
Beker , van niet meer dan twee Duimen wyd ,
beflobtcn zyn , worden daar van gedraaid. De
dikte van de Wanden dier Bekertjes is omtrent
het honderlte deel van een Duim (* ).
(3) Ahornboom met vyfkwabbige, eenigermaa- m.
te getande , van onderen blaauwachtige }ruf,rUM.
Bladen; en enkelde byeen vergaarde Bloem- R-uodc-
Jleeltjes.
D e Virgïnifche Ahorn met groote Bladen ,
die van onderen Zilverkleurig, van boven glanzig
groen zyn , wordt hier bedoeld. C a t e s -
b y
Le Bois dé 1‘espece d’Etable, apelé Gl$us par Theo.
phrast Se Origuela par les Efpagnols ^ e ft jaunatre , vené de
gris Sc fert a divers Ouvrages de marqueterie , zegt de Heer
ABANSON, Fdmill. des PUnies, p. 381. De Glinus van Thf.o-
PHRASTUS wordt gehouden voor den laagen Efchdoorn of het
Booghout, welk wit en flegt is. Origaela is de naam van
een Stad in Spanje, ’t Kan zyn dat men die Boomen , mooglyk
aldaar groeijende , naar deeze Stad noemt , doch dan
zullen zy van deeze Berg-Soort zyn, en in allen gevalle is
de Kleur van het Hout niet wel uitgedrukt.
(3) Acer Foliïs qninquelobis fubdentatis , &c. KALM. It.'
II. 288 ; 309. Acer Eol. quinquelobis acuminatis &£. Hort.
Ups. 94. Acer Virginianum Folio lubtus iricano. HERM. Par.
I. T. i. Acer Virg. Folio majote &c, Fluk. Alm. 7. C atesB.
Car. I. T. 61. Sel. Hog. II. Band. MILL. Ie. 6. T. 8. f.
4, TREW. Ehret. T. 85 , 86.