Ü .
A fdeel.
,x ix .
Hoofds
tu k .
Niittnfflosfaat
Bem:
■ $3? E E » a ü i z r ö i B o o JIe n ;
deri Voörnaamften onder de Wilde Nooten - MoS-
kaat Boomen' aan. Hy zweemt, in gehalte ,
weinig naar den regten Nooteboom. De Bladen
zyn ook veelgróoter , fommigen een Span,
■ fommigen anderhalf Voet lang, korter gepunt
en ovaalachtiger , met evenwydige zyd-Ribben
> gelykende diis. naar de Kanarie - Bladen ,
welken in Oostindie zeer bekend zyn* Vanboven
Zyn ze donker groen, van onderen vaal, en hebben
ëeh Aromatieken, doch wilden Smaak, gelyk die
van den echten Nooteboom , wanneer menze
kaauwt. De Vrugten hangen niet aan lange dunne
Takjes, maar komen op korte dikke Steeltjes ,
fomtyds uit de Oxels der Bladen digt by elkander
voort. Z y zyn rond of langwerpig,
hebbende van buiten een Wolachdgen Bollter,
die taaijer en harder is dan in dé regte Nooten.
De eigentlyke N oot, daar binnen, heeft
ook een dunne Schaal , insgelyks omvangen
met een Goudgeele Foelie , doch dezelve is
byna Smaakeloos , en de Pit van de Noot ge«
heel laf, by dé regte Nooten Moskaaten te ge-
lyken; waar van ik ze deh bynaam gegeven heb.
In haare Schaal gelykenze veel, als-bekend is ,
naar, onzeWalnooten in de D o p , en de Pit, af-
gefneeden, vertoont, zig gemarmerd, als de ge-
woone Nooten Moskaaten, maar heeft weinig
Speceryachtigheid, gelyk ik thans in de mynen
ondervind, zynde zelfs wat walgelyk van
Smaak.
Op Banda noemt men deeze Pala Suker,
dat
O N Ó I S j ft,
«lat is Berg- Nooten, en op Ambofna Pain Ou- II.
kangt dat is Wilde Of Bofch - Nooten: want zy
groeijen eigentlyk in ’t Wilde, in de Bosfchen Hoofd-
ën op de 'Gebergten, wordende niet gecultiveerdSTUK*
én zeer weinig ingezameld. Het eeniglte, daar ^ÜSSa
menze toe gebruikt, is zeker By geloof, van de Bom.
Indiaanen waarfchynlyk op de Europeaaneh overgewaaid
, dat -deeze Nooten, by zig gedragen,
tegen Bloed vinnen ën de Kramp, o f ook tegen
Stuipen der jonge Kinderen, dienftig zyn zouden.
Zélfs bereiden ë r de Javaan fe Vrouwtjes
Minnedranken van, óm het Manvolk te betoveren.
De Vrouw van zekeren Predikant, den-
zelveh drie zulke gebrande Nooten in plaats
van Specery - Nooten ingeevende j om de Per-
ïlng en Buikloop te Hoppen , verviel hy
daar door in raashalling en ylhoofdigheid, zo
R ü m p h i d s verhaak.
Dit onderfcheid van de Bladen en Vrugten ,
tusfchen den zqgenaamden Mannetjes en W y f-
jcs Nooten - Moskaat Boom, is aan den Vermaarden
C l u s i d s reeds bekend geweest, die vaii
beiden zeer goede Afbeeldingen en befchryvin-
geh aan ’t licht gegeven heeft, welken in de
Jaatfte vermeerdering by de Nederduitfche Uit-
gaave van ,’t Werk van D o d o n é u s gevoegd
zyn. De TakjeS, door hem afgebeeld, komen
zeer wel met de groote Takken van R üm -
? h iu s overeen, en dit bevestigt hun beider
echtheid. Van die der doorgefneeden Nooten,
daar nevens gevoegd, kan men zig ligtelyk uil
V gé»
U i D&el* III. S m t . ® '
mi