250 E e n h u i z i g e Boomen.
II. Binden , etn Boomachtigen Steel en emc
AlxofL* Bezie - achtige Vrugt.
Hoofdstuk
» j n het voorgaande S t ok ' het nieuwe Ge'
Mitrlia- Aagt van Myrobalanifera vóórhellende en de
**£«• afbeelding geevende van de Cïtfina * , merkte
4Sö. ‘ ‘ ik aan, dat men van de overige Soorten weinig
zekerheid, ten opzigt van de afkomst,
heeft, dan van de Emblicce alleen. Deeze zyn
h e t , waar van de Boom met deeze Soort bedoeld
wordt , en die 'er derhalve den bynaam
van draagt. By R ü m p h i d s is dezelve, onder
den tytel van Myrobalanus Emblica, afgebeeld
en befchreeven als een .Boom, die in Loof en
Gewas naar de Tamarinden gelykt, en het
Bloeizel komt aan de Bladfteelen voort, De
Vrugten zyn ten minfte zo groot als Musket-
Kogels, ryp werdende zelfs bleek groen, hard
van Vleefch en zeer wrang van Smaak, De figuur
is uit den ronden wat platachtig, van boven
met een kuiltje, waar in een kort puntje
ftaat , en op zyde in zes ribben verdeeld, zo
wel als de Steen, dien zy bevatten, welke zes
holligheden b e e ft , en in ieder van dezelven
twee o f drie, Zaadkorrel tjes. Op Java wordenze
geteeld, en zo .met Suiker gekonfyt, als in
Pekel ingelegd, maakende dus een aangenaam®
Ver,
pag. j.' T. i. 'Nellifcj, Zanon. Iß*r. p. 1*4. T- <1. Nili-
Camaram. Hort. Mal., I. p» fij. T. BS- B«AJ. Hiß. IJ Jfi»
BöSM- Fl. Ind. isfi.
M O N O I K I A , 2JI
Verfnapering uit, De gepekelde houden de II.
Chineezen voor gezondst, om dat die eerst inA^^Fl
de Mond famentrekken en daar na zoet wor-HooFD-
den. Men gebruiktze, als Kappers o f Augurk-STUK*
jes, over Tafel by de Kost. Het afkookzel
van de gedroogden wordt als een Geneesmid-^-
del tegen den Rooden Loop aangemerkt.
De Italiaan Z a n o k i , Opper - Direkteur
van den Openbaaren Kruidtuin te Bononie ,
heeft van dit Gewas, onder den naam van
Nellika , een fraaije Afbeelding uitgegeven ,
welke door zekeren Pater M a t t h e ü s , op
de Kust van Malabar, daar van gemaakt was,
en aldus befchreeven. „ Het is een Boom ,
,, in ’t Ooften Nellika genaamd, van middel-
„ baare hoogte, die kleine, zagte, langwerpi-
,, ge Blaadjes , gelyk de Tamarinden, voort-
,, brengt, maar de Vrugten hangen als Tros-
„ wyze aan de Bladfteeltjes. Deeze zyn van
„ buiten in zes deelen afgeftreept, waar'mede
, , aan den ingeflooten Steen ook zes Streepen
, of Vinnetjes overeenkomen, waar van drie
„ meest uithoeken , befluitende kleine witte
3, Zaadjes, Onryp zynde, heeft zy een wran-
3, ge , wilde Smaak, die echter een aangenaa-
,, me , zoete , nafmaak g e e ft: ryp zynde en
,, met Suiker gekonfyt, is zy zeer verkoelende
„ en Hartherkende, Gedroogd bewaart men
,, deeze Vrugten en maakt ’er , by gelegen-
3, heid , eeh Afkookzel van, dat ik meen te-
,, gen den Buikloop in alle te groote ontlas-
„ tin-
II.Dutt,, III. Stuk,