n DeezeSoort fchynttezyn, welke J a c q u i n
Afdeel, vervolgens onder den paam van Kobinia der-
Haagen befchryft, zynde een Boom , die wel
stT ' tot dertig Voeten hoog groeit, en in geftalte
veel gelykt naar de Eerfte Soort, verdeelende
zig in byna regtopftaande, zeer lange Takken.
De Bladen zyn gevind , tien Duimen lang ,
doorgaans uit elf Blaadjes famengclteld, vallende
Jaarlyks af, Uit derzelvef Oxels komen Tros.
fen voort, van reukelooze Roozekleurige Bloemen.
De Peulen zyn glad en bruinachtig.
Dit Gewas wordt by de Spaanfchen, te Kar-
thagena, veel gebruikt tot het maaken van Haa.
gen o f Omtuiningen; doch baart dit Ongemak,
dat , indien men dezelven niet jaarlyks afkapt
, door het wegfpringen der Zaaden de Akker
o f omleggende Grond een geheele Bos-
fchagie wordt. Afgekapt zynde geeft de Boom *
in één Jaar wederom Takken ui t , van wel
twaalf Voeten lang , geheel met Bloemen beladen.
Dus fchynt dat Gewas veel te gelyken
naar onze Vlierboomen. De Ingezetenen noemen
het Mata - Raton of Rottendooder, om
dat het zo veele Stokken verfchaft , die tot het
doodflaan van dit Ongediert bekwaam zyn,
(3) Robiniamet Bladen die oneffen gevind z y n ,
Jifibint# dt iettttUS
»
Za£te. ^ ^ Uthinia Racemis PediceUis ternis , Fob'is iniparx - pin-
natis, Caule inermi. Syst. Nat. XII. Ntf . XIII. Cytifus Fó-
iis •piitiiads. Sp. Plant. I. p. 741. Phaffeolo aecedens Arbót
driejieelige Troffen , en den Stam geheel H.
ongedoornd.
, Hoofd-
Deeze, in Oostindie voorkomende,zoude het8TUK.
naar de Roomfche Boonen gelykende Boomgewas
van P lukjen -Et i d s zyn , ongedoornd
en zagt van Bladerloof. De Peul is langwerpig
ovaal, famengedrukt en gefpitst; de Kelk eeni-
germaate geknot. Aan ieder Tandje van de
Tros zyn drie Bloemfteeltjes aangehecht. Het
was te vooren Cytifus met gevinde Bladen genoemd
geweest.
jE s c h y n o m e n e . Schaamboom.
De Griekfche naam, welke fomtyds aan het
Kruid, dat men Mimofa noemt, en met reden,
gegeven wordt , is , mooglyk wegens de overeenkomst
van het L o o f , alhier toegepast op
een Geflagt van Plantgewasfen, welks Kenmerken
zyn: een tweelippige Kelk; de Vrugt een
Haauw met geknotte Leedjes, ieder één Zaad
bevattende.
In dit Geflagt vindt men zeven Soorten
aangetekend , waar van de twee eerften tot dc
Boomen behooren, als volgt.
( 1 ) Schaamboom met zeer groote Bloemen en i.
B r aadachtige Haauwen. D e e -^ f^ » -
diflora.
Coral di&a &c. Pluk. PhyK 293. T. 104, f. 3. Bukm. Fl. Gfootbloc*
tnd. p. 163. m'8°'
( i ) jEfchynomene Caule arboreo, Floribus maximis, I.egu-
minibus Filifoimibus. Syst. Nat. XII. Gen. 888. p. 492. Veg.
M 4 XUI.