II.
A fdeel.
xix.
H oofdstuk
«.
Nooten-
Mo skaat
Boom*
geeft, gecultiveerd. Banda, dat een trop vaü
deeze en andere kleine Eilandjes rondom zig
heeft , beheerfcht dezelven. Voor ’t overige
wordt deeze Echte Nooten - Moskaat Boom in ’t
Gebied van onze Kompagnie nergens gedroogd
en groeit ook , zo veel bekend is , op geen andere
plaats van den geheelen Aardkloot.
Het is , volgens de befchryving van R u M-
p h i u s , een Boom, die de gedaante en grootte
heeft van een Peereboom , maakende een
Pieramidaale Kroon. Meest fchiet hy op met
een enkelen, regten , maar fomtyds ook wel
met twee o f drie Stammen.' De Bast van den
Boom is elfen en donker graauw met groen gemengd
, van binnen rood en Sappig. Als men
in den Boom kapt o f een Tak daar af breekt,
loopt ’er een kleverig licht rood Vogt uit, byna
als dun Bloed ; ’t welke flraks hoog rood be-
fterft , en in het Linnen zodanige Vlakken
maakt, die men ’er niet gemakkelyk kan uit-
wasfchen. De dikke Takken verdeelen zig in
lange dunne Rysjes, daar Bladeren aankomen ,
die veel naar Peerebooms- o f Citroen Bladen
gelyken , maar wat fpitfer z yn , aan de zyden
niet gekarteld, van boven hoog groen, van onderen
wa^ vaalachtig, gelyk die der Kruidnagel-
boomen, doch zagter , elfener en van boven
een weinig glimmende. Zy liaan meest op twee
ryën aan de Takjes , niet regt tegen elkander
over- De jonge Blaadjes zyn niet rood, gelyk
die van de Nagelboomen, maar witachtig en
licht
licht groen. Aan kromme Steeltjes komen klei-
r e Knopjes , die zekere witte Bloempjes o f Xix.
Kelkjes , met drie punten, uitgeeven, in wier Hoofd-
midden zig een klein langwerpig ros KnopjeSTUK*
vertoont, dat het Vrugtbeginzelis van de Nooc. Moskaat
Ivf eest groeijen deeze Bloempjes aan Trosjes Boom'
van twee of drie by malkander: maar de mee-
llen vallen a f , zo dat doorgaans de Vrugt en-
keld groeit: men ziet ’er zelden twee o f drie
by malkander, en in de negende Maand na ’t
’ t bloeijen wordt eerst de Vrugt ryp, die dan
de figuur en grootte van een Perfik heeft, doch
wat toegelpitst is aan het Steeltje, en overlangs
een Sleuf, welke ’er rondom loopt. By deeze
Sleuve barst de Bollter, die dan een roodachtige
Kleur h eeft, en glad o f elfen is van Schil ,
open, en vertoont de Noot , met haare hoog-
roode Foelie omvangen; welke, indiende Vrugt
dus eenige Dagen aan den Boom bly f t , daar
uit valt en door haare Vettigheid ligt verwormt;
gelyk ook dikwils de Foelie aan den Boom van
Wormen opgegeten wordt.
Door de gekonfyte Nooten, die wy hier uit DeN00-
Oostindie over krygen, is deeze gefteldheid van
de Vrugt iedereen bekend. Anders is de Bol-
jtter hard , onaangenaam van Smaak en famen-
trekkende. De eigentlyke Noot, van de Foelie
gezuiverd , N zit nog in een dunne Dop ,
waar uit z y , door Vuur gedroogd zynde,gepeld
moet worden en verder met Kalkwater toebereid
, om duurzaam en zodanig te zyn , als
on-
H .BEï&i III» Stuk»