II. geenszins met de Afrikaanfche o f Egyptifehe
xfxL’ van S haw ürookt.
H OOFDSTÜK.
C R O T O N.
De Kenmerken van dit Geflagt zyn , dat
de Mannelyke Bloemen uit een Cylindiïfche
Kelk bellaan , die vyftandig is met een vyf-
bladige Bloemkrans en van tien tot vyftien
Meeldraadjes: de Vrouwelyke Bloemen uit een
veelbladige Kelk zonder Bloemkrans, drie gevorkte
Stylen , een driehokkig Zaadhuisje met
enkelde Zaaden.
Een-en-twintig Soorten zyn ’erin hetzelve
begreepen , waar onder verfcheide voorkomen,
die enkele Kruiden zyn , als maar een jaarlyks
Gewas maakende: men vindt ’er ook eenigen
onder, waar aan de naam van Boom. gegeven is
door fommige Autheuren , doch by nader onderzoek
is my gcbleeken, dat de meeften maar
klein van Gewas zyn , en dus gevoeglyk tot de
Heefters betrokken kunnen worden. Even ’t
zelfde valt omtrent de Geilagten van J atro-
fha en R i c i n u s aan te merken ; die wel
Boomachtige Gewasfen, maar naauwlyks eigent-
lyke Boomen bevatten. Ik gaa derhalve over
tot het Geflagt, dat den naam voert van
S t e r c u l i a . Stinkboom.
De Mannelyke Kelk , zo wel als de Vrouwelyke
, is in vyven verdeeld, zonder Bloem«
fcslaad«
blaadje's. De eerfte heeft vyftien Meeldraad- ft;
jes, de andere een Vrugtbeginzel op den Styl Afdeel.
-zittende 4 ’t welk een vyfhokkig Zaadhuisje hoofd-
wordt, met Veele Zaaden bezwangerd. stok.
Twee Soorten komen ’er van voor , beiden
in OoStindie huisvestende, ais volgt, s
( i ) Stinkboom met ovaale , effenrcmdigê ,
överhoekfe, gejteelde Bladen en Pluimswy- i- ^
ze Bloemen» Batangbasi
Kleine
De Boomen j die onder den naam van Klom- Lonn™
pan o f Wilde Kapokboomen door R u m p h i u s
Voorgefteld zyn, verfchillen niet alleen zeer in
Bladerloof, maar oök in de grootte ; des hy
deeze de Kleine noemt. De Maleitfche naam
is Klompan , en daar van hebben zy hunne be-
naaming. In de Ternataanfche Taal noemt
ftienze Marocca j doch de Boom, die daar valt 4
is wat grooter. De Malabaarfè Cavalam, hier
aangehaald, wordt een hooge Boom , met
digte Takken , den Stam zo dik als een Man
omvademen kan 4 een dikke Schors en het Hout
Draa-
( i ) Sterculia Foiiis ovatis integerrimiS petmiatis, Floribus
jpaniculatis. Syst. Nat. XII. Gen. 1086. p. 637. Nhx Mala-
barica &c. Pi.UK. Alm. 266. Ciompanus minor. Rumfh. Am»,
XIX. p. 169. T. 107. Cavalam. Hort. Mal. t. p. 89. T. 49.
R aj. Hijf. 17J4. Gydonia Arbor Balanghas di&a. Rubm, Zeyl,
84. EiJIUI. PI. Ind. 307. I. 207.
f ie a