II* wenhuis van den Grooten Heer te Konftanti*
'xfx.L‘ nopolen, en andere byzondere Tuinen der
H o o f d * Turken, om altoos tot eene befchutting te zyn
STUK* voor ’t Gezigt van buiten. Hier te Lande kun-
nen zy de zwaarfte Vorst niet uitftaan in de
open Grond; doch in Engeland heeft men gezien,
dat in ongemeen harde Winters nog eeni-
gen overgebleeven zyn , en derhalve heeft men
’er in Groot Brittannie aanzienlyke Boomen
van. In Duitfchland enVrankryk, gelyk alhier,
telt menze doorgaans onder de Bygewasfen, die
in Potten en Bakken worden gehouden. Z y
geeven wel V ru gt, doch die wordt hier nooit
volkomen ryp.
Het algemeene gebruik der Cypresfen onder
de Romeinen was tot een teken van Rouw,
en hier om werden zy Lyk - Cypresfen geheten
(*).• Men fchikte Takken daar van voor
een Huis , om aan te duiden, dat zïg daar een
L yk bevondt: even als dit op fommige plaatfen
in ons Land met een zwart Floers Lint, o f iets
dergelyks, gefchiedt. Weleer fchynt men blaau-
we Linten gebruikt te hebben, om Rouw te
vertoonen , daar dan een Cypresfen - Tak by
gevoegd was: doch dit gefchiedde niet door ’t
Gemeen ( f ) . Ook was diestyds eene Cypres-
fin * Olie , zynde een zeer fyne welriekende
Ter-
( * ) Cceruleis metjist F l t t i s , a ttaqu e Cupresfa. VlRG. Fer files
ante Cupresjbs. Idem.
. ( f ) E t nik plèiejos la& us testeia Cuprisfus. L t fÖ A N .
Terbenthyn , die de Boom uitgeeft, bekend. II.
Het Loof is tegenwoordig in weinig gebruik
maar de Nooten, die eene famentrekkendekragt H o o f d -
hebben, worden geteld onder de Winkelmidde-STl7K•
len. Ter plaatfe , daar deeze Boom Natuurlyk
groeit, kunnen deeze Vrugten driemaal ’s Jaars
worden ingezameld. Het Hout is, wegens zy-
ne Sierlykheid, tot Schrynwerk zeer bekwaam.
(2) Cypresfeboom, met gevinde Bladen 3 die c
breed zyn. dïftuh*.
Virgini-
Deeze Soort heet eigentlyk de Virginifche
Cypres, een Boom die, benevens den Tulpenboom
en de Platanus , voor de grootflen van
dat Land wordt gehouden. Eenigen hebben,
by den W ortel, dertig Voeten omtreks, en
eenen Stam van zestig o f zeventig Voeten hoogte.
De Bladen zyn van dien aart, dat menze
by de Bladen van de Acacia vergeleeken vindt,
en zy vallen tegen den Winter af. De Nooten ge-
lyken zeer naar die der gewoone Cypresfen, en
het Zaad heeft een fterken Aromatieken Reuk.
Niettegenftaande hy aan, en dikwils in het Water
groeit, is, nogthans het Hout zeer duurzaam
en
( i) Cupresfus Foliis diftichis patentibus. Hort. Cliff. 499.
Hort. Ups. 289. GRON. Virg. IJJ. ROVEN Lugibat. SS.Cu-
presfus Amêricana. CATESB. Car. I. T. p. 11. Sfl. Por.
I. Band p. is. PI. XXII. Cupresfus Virginiana , Foliis Acs»
ei* deciduis. Comm. Amjt. I. p. 113. T. 59. Cupresfus,
Virginiana &c. Peuk. Alm, 115, T. SI. f. 6.