II* jes, en wederom agt daar binnen hebbende ,
xm,L* omringende de Meeldraadjes, die, even als in
H oofd- de Magnolia , digt rondom de Vrugtbeginzels
stuk. geplaatst zyn. De Smaak .deezer Bloemen is
famentrekkende, de Reuk aangenaam. Uit ééne
Bloem komen, dat zonderling is, veele van elkander
gefcheidene , troswys’ aan een Steeltje
hangende, Zaadhuisjes of Vrugten, welke de
gedaante van een Balzakje hebben, bevattende
ieder zeven o f agt Nierachtige Zaaden.
Behalve de Bloemen heeft men weinig gebruik
van deezen Boom, op Ceylon Hapughaha genaamd
, alwaar van deszelfs Hout Scheeden
gemaakt worden, ’t Getal der Bloemblaadjes,
van den dubbelen Krans, werdt door den Heer
OsBECKo p JaVa veertien, van R u m p h i u s ,
op Ambon, vyftien o f zestien, en aan de Kust
van Malabar, als gezegd is , zestien waargenomen
: zo dat vyftien , gelyk in de Kenmerken
gezegd wordt, het gemiddelde getal is. Het
wordt onder de Javaanen als een byzondere Eer
aangemerkt, Luiden van meer Vermogen o f
Aanzien met zodanige Bloemen te befchenken.
n C2) Michelia met Eyronde Bladen.
Michelia
Evonimoi- eene nieuwe Soort heeft de Hoogleeraar
witte. N. L. B u rm a n n ü s hier bygevoegd de
m i-
(2) Michelia Folüs ovatis. BURM. Fier. Ind. 124. Sauipac-
ca fylveftris. Rumph. Amb. I. p. 202. f . 68. Michelia Foliis
lanceolato - ovatis, LiNN. Mant. prima. p. 78.
Jpïlde Sampacca van R u m p h i ü s , by de Ja- AJ ^ .
vaanen , zegt zyn E d ., Tsjampacca-Conneng m '
p-etyteld , die de Bladen Eyvormiger in de ge- H oofd-
droogd overgezondene heeft, dan zy in de g e -STU
dagte Afbeeldingen zyn. Deeze Wilde heeft
de Bloemen wi t , en veel flapper van Reuk ,
en dezelveïi krygen , fchoon in de Tuinen geteeld
zynde , nooit die kragten van de andere
Soort. De jonge Bladen wat gekneusd en in
Water geweekt, tot dat het roodachtig wordt,
doen de Amboineezen in de Oogen om het
Gezigt op te helderen. Met den bynaam van
Tsjampiacca heeft onze Ridder deeze Soort ook
aangenomen.
U v a r i a . Druiveboom.
De Kenmerken zyn , een driebladige Kelk en
zes Bloemblaadjes: de Vrugt-Trosfen, die den
naam aan dit Geflagt geeven , beftaan uit een
menigte van vierzaadige Besfen.
Twee Soorten zyn daar van aangetekend, als
volgt.
( 1 ) Druiveboom met effentandige Bladen. r
s ’ To t Uvaria
Zeylanica.
Ceylon-
(1) Uvdria Folüs integetrimis. Syst. Nat. XIÏ. Gen. 692. p.fche,
374. C7va,ria. FL. Zeyl, 224. Uva fylveftris Zeylanica Mali Ai-
meniacz lapore, lives de Mato Lufitanis. Burm. Tiet. Zeyl.
p. 231. Funis Mufarius. Rumph. Amb. v. p. 78. T. 42, Na-
rum-Panel. Hort. Mal. II. p. 11. T. 9. Raj. Htjl. 1636.
Conferantur Cananga: Rumph. Amb. II. T. ,6j Sc 66. f. a ,
bWm, Fl. Ind. 124.