5 8 4 Twp.EHÜIZIG E BQO E^.
II, een vyfbladigeh Kelk , naar welken deBloetn-
A fdeel. kraits zeer gelykt en ’er mede famengevocgq
Hoofd. is. Het Mannetje heeft tien Meeldraadjes t
s tu k . met de Knopjes in tweeën gedeeld : het Wyfje
v y f Stylen ,- en de Vrugt beitaat uit v y f Zanden
, met Bezieachtig Sappige Bloembladen gedekt.
$ Tw ee Soorten komen in hetzelve voor, waar
■ van de eerfte in Europa , de andere in Ame-
'T rika huisvest.
i. ('j') Lederboom met langwerpig ovaale Bla~
Coriaria ' '
. M y r ü f uen-
- Europi
che’ . Dit Gewas groeit tpt de hoogte van een
Menfch , en word,t een Boompje dat, den Stam
een Duim dik , broofch , en hol heeft als de
yiier. De Schors is grysachtig , éi?. gevlakt,
waar onder een roodachtige Bast, die zekere
Knobbels maakt, daar de Takken uit voortkomen
, welke taay en buigzaam zyn. Aan de-
zelven groeijen de Bladen by paaren , even als
die van de breedbladige Myrtpn, doch een
weinig grooter, vol van Aderen» en aan de
eene
( i ) Coriaria Foliis ovato - obkmgis $yst. Nat. XII. Gen.
1129. p. 6S8. Hort. Ups, 29?. S.WV. Monsp. j j i . fioUAN
jlftnsp. 508. Coriaria. Hort. Cliff. 462: Roten Lugdhat. 222.
ïUius Myrtifolia Monspeliaca. C. B. Pin. 414. Angl. Hort.
f4. T. 20. f. 1. Rhus Plinii Myrtifolia Monfpelienfium. Lob.
ie, xi. p. 98. WEINM. Heri.' Pi. N. 864. Plant; dè Lytns.
Tom. 1. p. 9i, 'Coriaria hermaphroditica. Turr. Fap-Jit. 13.
eene zyde röodachtig. De Blóemen zyn paarfch, 10
en komen als by Aairen aam’t end der Takken
voort. De Vrugt is zwart, aan een dun Staartje h Óofi> ‘
gehecht en als gefronfeld , een weinig plat en stuk. '
van een gefcheiden door vier kleine Aderen. Z y , Ledtr~
heeft eenige feherpheid 9 en bevat een Zaad «,5
dat wit is en gefronfeld , naar Druivenkorrels
gelykende. Het komt op de Velden omftreeks
Montpellier, in zwaare vette Aarde, vóorfc 'r.
Uit de belchryving dër Planten ,. die omftreeks
Lyons ' groeijen , is. deezc zelfde be-
fchryving van dit Gewas, doch zeer gebrekkej
ly k , in ’t Kruidboek van W e i n m a n n , <benevens
de Afbeelding ontleend, met by voeging
van den Hoogduitfchen naam Gerberbaum, dat
is Leertouwers - Boom. Mooglyk zal die naam
uit hoofde van het Latynfch: woord Rhus, ’t
welk Sumaeh betekent, waar van de Bladen tot
de Lederbereiding dienen , daar: aan gegeven
zyn. Een tweeflagtigheid is daar in opgemerkt,
doch het Wy fje heeft, volgens fommigen,on-
vrugtbaare Meelknopjes.
(2) Lederboom met Hartvormig • ovaale on- n.
gefieelde Bladen.] ; .
Ameri-
Deeze Soort is veel grooter van Gewas dan kaanfche.
de
(2) Coriaria Foliis cordato - ovatis fesfilibus. Syst. Nat.
XII. Veg. XIII. Coriaria Ruïcifolia Tulgo Deu. FeuILL. / ;•
ruv. III. p. 17. T. 12.
L I 4