II.
A fdeel,
XIX.
H oofdstuk.
Papieritem.
De Japanfche Papierboom, behoorende tot dit
’ Geflagt, maakt deeze Soort uit. Z y noemen
hem Kaadji, wordende van Kaempfer aldus
befchreeven. , , Uit een Houtigen fterk
j , gearmden Wortel ftygen verfcheide regte ,
„ dikke , effene , Stammen , die een vetten ,
„ dikken , taaijen Bast hebben , van buiten
„ ruuw, van binnen glad. Het Hout is broofch,
, , bekleedende een groot, week , Hart. De
„ Looten zyn vet en eenigermaate Wollig, uit
„ den groenen donker paarfch. De Bladen,
, , aan dezelven ongeregeld geplaatst, hebben
„ lange, ronde, Haairige Steelen : zy zyn ge-
„ fmaldeeld in drie o f v y f Kwabben, die ieder
j» °P zelf gelyken naar de Bladen van Doo-
,, ve Netels, zynde aan de kanten Berk ge-
,, tand , vlak , dun , ruuwachtig , van boven
,, donker , van onderen helder groen. Afge-
„ plukt zynde verdorren z y , gelyk ook de dun-
„ ne Takjes o f Looten , zeer gezwind. Van
„ onderen hebben zy dikke Ribben, en zyn
„ bovendien fterk geaderd. De Vrugten uit de
, , oxels der Bladen , digt naar de enden der
,, Looten toe , in de Maanden Juny en July
« voortkomende, op korte Steeltjes, zyn rond,
„ grooter dan een E rwt, met donkerpaarfch Haair
„ bezet , en uit zeer kleine langwerpige Kor-
„ reis
XII. Vtg. XIII. Morus fativa Foüi's Urtlc* mortiwe, Cortice
Papyrifera. Kaemff. Amoen. 471. T. 471. Morus &c.
japanfche Papierboom, SEB. Kab. I. p. 44. T. 28. f. 1.
„ reis famengefteld, van Kleur eerst groen , II.
3» ryp wordende donker rood , en een zoet
A, Sap inhoudende. O f ’er Bloem-Katjes voor-HooFD-
„ afgingen, hadt hynïet gezien.” stu k.
„ Deeze Boom wordt in Japan, op de Berg-i|(ra^ “ r'
„ Akkers, van Stek geteeld, dat in ’t kort
,, Wortel fchiet, en middelerwyl verdort,
geevende de Stoel verfcheide Looten uit ,
„ welken , na een Jaar verloops , een halven
it Arm dik geworden, men affnydt tot het maa-
M ken van dat dunne Papier der Japoneezen , '
3, onder den naam van Papier van Boombast by
„ ons bekend en aan de Haairachtige Vezelen,
„ die ’er in zyn , kenbaar. Het is taay, kun»
„ nende, wanneer men het in malkander draait,
,, tot Banden gebruikt worden. Het ruuwfte,
„ dat van eenen Wilden Heefter wordt ge-
,, maakt , neemt men tot het inpakken van
, , Koopwaaren, gelyk by ons het Graauw o f Pak-
, , Papier. De Hoofdftad van Syriga verkoopt
,, Papier van dien aart, dat dikker en wonder
„ fterk i s , fierlyk befchilderd en zo groot als
„ genoeg is tot een Kleed, zynde hetzelve zo
„ famengepakt, dat men het voor Katoene o f
„ Zyden Stoffen zoude aanzien. De Siammers
„ maaken hun Papier, zo zwart als wit, beiden
„ ruuw, ook van den Bast van zekeren Boom,
„ daar zy met een foort van Potloods- of Aarde
„ Pen op fchTyven, niet met een Penfeel, ge-
33 lyk de Japanners en Chineezen. Deeze laat-
3, ften bereiden, zo wel als die van Tonquin ,
j, hua
l l , DEEL. III, SIUS«