II.
Avdeel,
XXI.
H oofdstu
k ,
XXIII;
Mimofa
vaga:
.Wollige.
(23) Stuipboom, die ongedoornd is , met dub-
‘ beid gevinde Bladen , de buitetijle Vïnblaadjes
grooter, omgekromd en Wollig.
Aangezien L i n n ^tits deezen zélf' in de
Cliffbrtfche Tuin gehad heeft en dus befchree-
ven, zo kan men niet twyfelen o fd ie zal wel,,
gelyk zyn Ed. ze gt, de Vinblaadjes gladachdg
met Wollige Steeltjes, de Bloemen Kroonswy-
ze en Veelmannig, met ruige Kelken , de Bladen
dubbeld gevind, van vier paar Bladfteel-
tje s, wederom met vier paar Bladen aan ieder.
Vinfteeltje, hebben. Zou dan ook dit,byabuis,
op de voorgaande Soort toegepa$t zyn ? |
Zyn Ed. brengt hier bedenkelyk rt huis, den
Brafiliuanfchen Haauw-Boom van B r e y N,r die
door denzelven geacht wordt de Gttabi-pocaca-
biba te zyn van M a r c g r a a f , ' een>Heefterachtige
Boom, in Stam , Takken /'Bast en
Hout, naar den Vlierboom gelykende, hebben«
de ook dergelyke Reuk en Spongiéus Merg:
maar Bladen als die van de Fraxinefle, mids
dat dezelven niet getand zyn, bly - groen ,. dun
en f t y f , van boven glad, van onderen Wollig
ruig , als de Salie - Bladen. Steeltjes van een
Handpalm lang , die meest twee o f drie by el-
• kangas)
Mimofa incimis Foliis bipinnatis , Pinnis excerioitbus
majoiibus incurvatis pubescentibus. Hort. Cliff. 209. Arboc
lïliquofa Brafiliana, Siliqua tortuofa , frutescens, Fraxinellx foliis.
Bkeyn. Cent. i. t . 13. an ? Guabi- pocaca• biba. MABC&ee
Bras. t i l , fis, ürtlf, 17®,
kander , zelden één alleen * uit de zyden der II.
Takjes voortkomen, hebben ieder een Kroontje'
van meer dan twintig zeer welriekende Trech- Hoofd-
terachtige Bloempjes, vol van PluisachtigcMeel-ST^K*
draadjes met geele Knopjes. De Bloemen af-boom. ?
vallende, ’t welk , volgens P i s o , in Maart
gefchiédt, volgen zoete Haauwen, die krom gedraaid
en mismaakt zyn, in ’t eerst groen, door
-de rypheid zwart wordende en verrottende. Voorts
heelt deeze Boom ook de eigenfchap van zyne
Bladen ’s avonds te fluiten en ’s morgens we-
■ derom te openen: zo dat men hem mede onder
de Slaapende Boomen tellen kan.
<29) Stuipboom , die Doornen heeft in plaats xxix.
van Stoppeltjes, twee aan elkander gegroeid
met dubbeld gevinde Bladen. Hoorndiaagende.
Van deeze vindt men, onder den naam van
Gehoornde Acacia uit Oostindie, in ’t Werk van
S e b a de Afbeelding , doch het is een Gewas
uit Westindie , wordende by H e u n a n d e z
de . Hoorndraagende Boom getyteld. Dus noemt
het ook C o m m e l y n een Mexikaanfch Ge-
was, naar de Acacia gelykende , met Hoornach
(29) Mimofa Spinis Stipularibus geminis connatis, Foliis bi-
pinnatis. Hort. Cliff. 208. Roven Lugdbat. 470. Acacia cos-
nuta Indix Orientalis. Seb. Kab.l. p. 1.13. T. 70. f. 13, Acacia
Anveticana &c. Pluk. Alm. lij. T. 122. f. 1. Acacix fimilis,
Spinis Cornifounibus , Mexicana. Cqmm. Hort. Amft. I. p
209. T. 107.
Q.fl 3# II. deel, l i l . Stuk.,