IV,
Afdeel.
II.
Hoofd
s t u k .
Een w y *
■»’ge.
pa en heeft daar van den bynaam. By fom*
migen wordt zy Wilde Sclarey genoemd , by
anderen Wilde Salie en in 'i Nederduitfch, zo
de Heer de Gorter ze g t, Veld-Salie. Zy
komt, volgers zyn E d ., op verfcheideplaatfen
aan den Y s fe l, en aan den Ysfeldykin ’t Graaf,
fchap Zutphen, als ook omtrent Zalk in Over-
ysfel voor. Gemeen is zy in Ooftenryk, Swit-
zerland, in Vrankryk, Sweeden en elders.
Z y heeft een Steng van een EHe hoog, die
vierkant is en ruig, met weinig Bladen be ze t,
die gerimpeld en ruuw zyn , by den Grond
menigvuldiger en Hartvormig , aan de Steng
minder in getal , fmaller en veel korter ge-
Iteeld , naar die van de Salie eenigszins gely-
kende; De Kransjes, boven aan den Steel, zyn
met eenige kleine bleeke Blaadjes gefchoord.
Z y bellaar uit Bloemen , van drie-tot zes in
getal, als die van de Sclarey, gemeenlykhoog
blaauw, doch by fommigen ook wi t , paarfch
o f roodachtig van Kleur. De Sneeuw-witte
Veld-Sclarey met gryze Bladen, van Badhi .
s u s , wordt als eene Verfcheidenheid hier
t ’huis gebragt.
De Bloemen zyn, in figuur, niet alleen
van die der Edele Sclarey, hier voor befchree-
ven , maar ook van die der Gemeene Salie,
gelyk uit de Afbeeldingen van Toornefort
blykt, grootelyks verfchillende. Z y hebben de
Bovenlip Zeisfen vormig in tweeën gefpleeten,
en de Styl Iteekt ’er aanmerkelyk buiten, ter*
wyl de Meeldraadjes daar binnen beflooten zyn , IV.
die uit twee Stammetjes , welke ieder zig in Af^EEI**
tweeën verdeden, beltaan; zo de Heer H*l - Hoofd- ,
lkr aantekent. De Onderlip is in drieën- g e -STÜK*
fneeden , even als in de andere Soorten. In
de Kelk rypen vier zwartachtige ronde Zaadjes
aan.
( a i ) Salie met Hartvormige Bladen; de zy- xxi.
delingfen gekwabd; de bovenjien ongejleeld;
de Kransjes byna naakt en zeer ver van in d i f e h « .
elkander.
Deeze Soort wordt , wegens de figuur, der
Bloemen, de Tygerpoot genoemd, o f de groot-
fte Indifche Sclarey met bonté Bloemen. Zy is
by M o r i s o n afgebeeld, onder den nham van
Ruige Sclarey, die de Bloem Violet heëft, met
Gouden Stippen getekend. Volgens5 nadere
VYaarneeming zyn de Bladen niet fcherp getand,
maar byna effenrandig. De Steng groeit wel
drie Voeten hoog en is , zo wel als de Blad-
fteelen, Haairig. De Bloem is groot en blaauw •
de Bovenlip Zeisfenvormig, de Onderlip zodanig
verdeeld , dat dezelve naar een vliegend
Infekt, een Horfel by voorbeeld o f een Hommel,
geïyke.,
v O 3)
( 1 1 ) Sr.!via F o l . C o r d a t i s , la r e r a lib u s lo b a t i s , fu r n m i t
fe s f ilib u s & c , H o rm in u tn S a lv . F o l . h i r f i i t u m , F l. v io la c e o
& c . Mo r i s . Hifi. i n . S . ï i . T . 1 3 . f . I S . jA c q . Hort. T ,
78. S a lv ia I n d ic a F lo t ib u s v a i l e g a t i s . T O O R N Ei Irtjl, 1 7 5 .
B v f iM . 'Mi Ini. p , 1 3 .
L 3