IV.
A fdeel«
IV.
Hoofd.
• tuk.
EenVJyvm*
xvilï.
Plantagt
Jndica.
in Heete Koortfen door de Egyptenaaren, zq
tot een Laxeermiddel als tot Zweetdryving ge.
bruikt werde, vinden wy door A l p i n u s ge.
meld ( * ) , Een weinigje, by voorbeeld een
Scrupel van het Zaad in yier Oneen Water,
geeft ’ er een verzagtende hoedanigheid aan,
die hetzelve voor Barften in de Lippen, Kwetsingen
der T o n g , Kloven in de Tepels en wat
dies meer is,, zeer dienftig maakt. Het Zaad
kaauwende wordt men ’er een fcherpte in ge-
waar, welke vry lang in de Mond aanhoudt,
en deeze deelt zig mede aan Brandewyn of
G e e s t , op dit Zaad gezet. Hier van zou de
gevaarlykheid, boven gemeld, a f te leiden zyn,
D e verfehe Bladen zyn aangenaam van Reuk
en dienen, met Reuzel geftampt, tot zuivering
van vuile Zweeren. Men z e g t , dat ’er de
Vlooijen door verdreeven worden , als menze in
Jïuis brengt ( f ) .
■ (18 ) Weegbree met een Takkige Kruidige
Steng, de Bladen effenrandig omgeboogen,
de Hoofdjes gebladerd.
T o t het derde Kali van A l p i n u s fchynt
deeze Indifche Soort van Vlookruid te behoo-
r e n , die de Steng hoog en in Takken uitgeipreid
| (*) HALt, Ellv, p, 470.
( f ) RUTTY Mat« Mei. p. 414,
( is ) Plar.tago Caule Ramofo Herbaceo, Pol. integerrimis
Scc. Hort. Uff. 29. Kali 3, A l?. J&gypt, 128 ? ïti
jnd. p. 3101
fpreid heeft, met zeer lange Liniaale Bladen, IV.
zeer ruig en lange Bloemfteelen. De Hoofdjes Fj£aL*
hebben van onderen vier Blaadjes en tusfehen Hoorn-
de Bloemen Wigvormige Blikjes. De tweeSTÜK‘
onderfte Blaadjes van den Kelk zyn zeer Romp; „u,,0”'**'
de Bloempjes Pypachtig en eens zo lang.
(19) Weegbree met een Takkige Heeft er ach- xix.
tige Steng ; de Bladen Draadachtig ef-
fenrandig geftrekt 5 de Hoofdjes eeniger- itaiiaanfch.
maate gebladerd.
In Provence en Italië valt deeze Soort van
Vlookruid, welke het Groote hurkende van C .
B a uhin u s is, en het altyd groene Vlookruid
van M o r i s o n . De twee voorgaanden, naa-
melyk, zyn eenjaarige Planten en deeze blyft
Diet alleen over, maar heeft Houtige Stengen.
Men vindt ’er de Afbeelding van by L ob e l ,
onder den naam van Pliniefch Vlookruid.
(20) Weegbree met een Takkige Heefterach- xx.
tige Steng, de Bladen Lancetvormig ge- Aï$ i
tandy de Hoofdjes ongebladerd« kaanfeh.
Van
(19) Pltntago Caule Ramolo Fruticafo &c. Plant, perennis
Fol. integerr, H. CUff. 47. Pfyllium fempervirens. Mo-
Ris. Hiß. III. p. 262. S. S. T. 17. f. rlyil- majus f“ P'*
nura. C. B Pin. 191. J. B. Hiß. III. p. SU. Prylliura Pli-
nianum LOB- Icon. 437.
(20) Plantago Caule Rara. Frut. Fol. Lanceolaris dentatis
&c. Ffyll. Fol, crenatis Indicum. C. B, Pin. 191.Proir.09.
Mor IS. IHi. Tab. 19. f. 4. J. B. Hiß. III. p. JU* BOCC*
SicuL 8. T, 7, f. E, X 4 II. Deel« VII» Stuk,