IV. verliest van zyne \4ugge deelen. Hy is bitter*
' ac^^S en ^enigszins fcherp van Smaak en van
H oofd- een byzonderen Reuk, dien de Katten fchynen
stuk. te beminnen. Men houdtze voor Wondzuive-
< v iftT Wy' rende en het L o o f, uitwendig opgelegd, geneest
verfche Wonden. In de Pest en JBluts-
koortfen houdt men ’t Aftrekzel van den Wortel
voor een onfchadelyke Hartfterking.
VT. (6) Valeriaan met driemannige Bloemen, de
j^aUnati* Stengbladen gevind, de JVbrtelbladen on-
Tamme. Verdeeld hebbende.
D e e ze , die de Tamme o f Tuin-Valeriaan is ,
wordt gerekend het Phu van D ioscorides
te z yn, en daarom komt de Wortel daar van in
de Theriaak en Mithridaat. Behalve het gedag-
te verfchil der Bladen, heeft zy ook de Steng
niet gegroefd en het uiterfte der Vinblaadjes
grootst: ’ t welk geen plaats in de voorgaande
heeft. Men vindtze in de Tuinen, alwaar de
W o r te l, die wat minder kragtig dan der Wilde
is ,ten dienst der Winkelen geteeld wordt: doch
de natuurlyke Groeiplaats zou in de Elfaz z y n ,
volgens den Ridder. Doktor M a p p u s , evenwel
, heeft ze ’er nooit in ’t wilde waargenomen.
Z y heet ook Speer kruid o f St. Joris Kruid
en Katten-Wortel, wegens de gezegde hoedanig
(6 ) Valerïana Plot. triandris, Fol. Canl. pinn. &c, H .
TJpf. &c. Val. Fol. infim. integris &c. ƒƒ. Cliff'. R, Lugib^
Val. Hortenlis. C. B. Pin. 234. I>OD. Frnpt, 345, Val, niajos
ïhu. Lob. Jon, 314,
T r i a n o r i a . 193
nigheid; in ’t Engelfch Valerian of Setwallf IV.
en Cutfinger; om dat men door ’t opleggen van Ar°IEIEL*
een Blaadje zo gemakkelyk een Snee in de Hoofd*
Vinger heelt. D e Duitfchers noemenze Bal-iru? ‘
drian, de Franfchen Valeriane»
(7 ) Valeriaan met driemannige Bloemen en vu.
getande Bladen ; de Stoelbladen Hartvor- Tnpuïu.
mig, de Stengbladen drievoudig, langwer-Denebladi'
pig Eyrond.
Een klein P lantje, dat op de Gebergten in
Duitfchland en Italië, maar inzonderheid op de
Switzerfche Alpen g ro e it, fomtyds maar een
Handbreed, ja naauwlyks een Duim hoog zyn-
d e , maakt deeze Soort uit, die aan de Stengen
drie Bladen op een Steeltje o f de Bladen
drie-Vinnig heeft , waar van de bynaam. C.
B a uHinus , evenwel, hadt hetzelve'een Elle
hoog waargenomen. Ook meldt de Heer Ha l -
jler , dat het uit den zelfden Wortel verfchei-
de SteDgen , van een Voet en een Elle hoog,
uitgeeft. Het fch yn t, volgens zyn E d ., dat
■ ’er aanmerkelyke Verfcheidenheden van zyn ,
allen aan de gezegde Eigenfchappen kenbaar.
(8)
f7) Valtriana Flor. triandris , Fol. dentatis Stc» SAUV.
Monsp. i j 6. Jacq. Pini. rol. Val. Alpina prima & altera.
C. B. Tin. I6s Prodr. ss. Ie. Val. Alp. prior planta pal-
maris & minima pi. uncialis. Pluk. Alm. 3S0. T. 231. f»
7 , t .
N