IV. Het groeit dikwils een Elle hoog en heeft de
Afdeel. g iacjen rujg 0f ruuw ; de Steng is Takkig ver-
Hoofd- deeld en aan ’t end bepaald door bloote Bloem»
sTm. hoofdjes, die platachtig z yn , uit den blaauwen
v;fe*wy~ paarfch , beftaande uit Blommetjes, die vïer-
o f vyfdeelig zyn. Het Zaad, dat ruuw is , heeft
een Kroontje en vierhoekig bekleedzel.
Behalve de gezegde eigenfchap wordt in het
Schurftkruid ook eeneZweetdryvende hoedanigheid,
zonder eenige fcherpheid, erkend. Het
Afkookzel o f Aftrekzel, met Honig gemengd,
dient in alle Borst- en Longkwaalen, om de
•uitwerping der Fluimen te bevorderen. Het
Sap is Lymerig, Zoutachtig, en zeer ontbindende
o f oplosfende , doch onaangenaam van
Smaak.
Scatio/a Schurftkruid ***** vierdeelige Straalendt
Sylvtuica. Blommetjes , alle de Bladen onverdeeld ,
B o f c h m in - langwerpig Eyrond en Zaagswys getand
hebbende, met een Jlekelige Steng.
De e ze , in de Bosfchen van Ooftenryk, Swit-
zerland en Provence groeijende, zou de Breed-
bladige Scabiofa met roode Bloemen, van C lu-
s iu s zyn , waar van ik hier voor gefproken heb,
als behoorende tot de zevende Soort. In de be-
paaling , inderdaad , is weinig verfchii en daar
heerfcht een zo aanmerkelyke Verfcheidenheid
on-
( l ï ) Scabitfa C o r o l l , q u ad r ifid i« r a d ia n t ib u i & c . S c o P . Carn.
3J I . h a ll, H e lv . 6 7 1 , s c a b . la t i f o l ia r u b r o f lo r e f e c s n d a .
C l u i . Hifi. I I , p . i . jA c< fc Vind. a , Q b f , 2 8 ,
onder deeze wilde Gewasfen, dat men die van a IV.
byzonderen Landaart naauwlyks ooit volmaakta ivf ’
zal kunnen overeen brengen o f onderfcheiden. Hoofdstuk.
(12 ) Schurftkruid met vyfdeelige Blommetjes xii.
en zeer korte Kelken; de Stengbladen êrtmuZ
Draadswyze tweevinnig verdeeld. Mompelliers.
Van het Bofch van Gramont, by Montpel-
lie r , heeft deeze den bynaam, hoewel z y ook
op andere plaatfen groeit omftreeks die Stad.
D e Hoofdjes zyn Kogelrond en de Bladen in
zeer fyne Snippers verdeeld. Men vindtze ook
in Provence.
(13) Schurftkruid met vyfdeelige firaaiende xnr.
Blommetjes , . de Stoelbladen Eyrond enr°a“m a'
gekarteld , de Stengbladen Borjlelachtig
gevind hebbende. kruid,
Deeze groeit op Bergachtige plaatfen, zo der
Noordelykc als der Zuidelyke deelen van Europa.
L i n NjEüs vondt dit Kruid op Gothland
en
(12) Scabiofa. Coroll. quir.qutfiiii t Cal. brevijfimis, Fol.
CauL bipinn. Filiformibus, Sauv, Monsp , 26 8 . Gouan.
Mousp. 6 2 , Scab, Coroll. quinqueiïdis Sic. Ges. P r o v . 220.
Scabiofa Caplt. globolb, Foliis in termisfimas lacinias divilis.
C. B. Pin. 271. MAGN. Monsp. 231.
(13) Scabiofa Coroll. quinquefïdis radiantibu* &c. H. Cliff.
Ft, Suec. Scc. &c. Scabiofa Capitulo globofo major, C. 13.
Pis. 270. Scabiofa minor. Cam. Epit. 711. Scabiofa glabra
Fol. Carnolis virentibus. Hebm. Parad. p. T.22I.R.Lugdb,
N. 11.
II. Peel, VII. stuk.