mmi 11 IjjiKf JS 1É
M
mm
gap* IP I M
IHpfpfi 1
Silliil
IV.
A fdee l
i.
H oofdstuk.
Eenviyvige.
Oostindifche Eilanden in ’t wilde , doch dê
Kleine wordt in de Tuinen opgekweekt. Mert
plant dezelve even als'de Gember, neemende
de Wortels uit den Grond , en daar Van de
Klaauwen, als dezelven beginnen uit te botten
, weder daar in1 fteekende. Z y groeijeu
fcbooner en grooter in de warme Bergtuinen
der Amboineezen, dan by de Huizen om laag,
alwaar een vogtige Zandgrond is. Als men,
na verloop van v y f o f zes Maanden, den Wortel
niet uitgraaft , dan verflenzen de Bladen,
de oude Wortel vergaat en geeft ter zyden
nieuwe Wortels uit* veel aangaande de
Wilde
kweeking en behandeling van deeze Planten.
Behalve de Tamme is ’e r , in Öostindie ,
Kurkuma. ^0g een JKilde Kurkuma, die op vlakke Velden
, in drooge Sagoe -Bosfchen en onder de
Bamboes-Strüiken, groote Plekken op zig z e lf
beflaat. ’t Gewas bèftaat uit menigvuldige Stee-
len, die beneden rond, boven platagtig z y n ,
geevende twee o f drie Bladen u it, en dus de
hoogte bereikende van drie o f vier Voeten. Ie der
Blad is omtrent anderhalf Voet lang en een
half Voet breed, aan beide Enden fpits, doch
aan den Steel fchielyker verbreedende 'dan in de
Tommon-Plant, hier voor befchreeven; welke
anders naauwlyks van deeze Wilde Kurkuma te
onderfcheiden is. Derhalve noemen haar de
Amboineezen ook Tommon-Cuning: want Cming
is by hun de eigen naam der Kurkuma. Deeze
Wilde geeft het Onderwas o f den Bloemfteng
veel
veel fchooner en hooger, beflaaode uïtbruinag-
tige Schubben, waar tusfchen geele Bloempjes' u
voortkomen ; doch dezelve (vergaat dóórgaans
insgelyks, zonder Zaad te geeven. D e Wortel * #
is knobbeliger , zonder dérgelyke dikke Klaau-
wen, als in de tamme Soorten, maar metveele
Vezelingen, waar ónder aan dikke Klieren zitten
, als Hazelnooten. Hy is van buiten graauw-
agtig bleek geel, van binnen wïtagtig met een
geel Hart, fchier zonder Reuk en van Smaak bit-
teragtig, als die van de Wilde Gember-Plant.
In Öostindie zelfs is deeze Wilde Kurkuma Gebruik,
byna van geen gebruik; maar de Tamme zo
veel te meer, gelyk hier voor gezegd heb» In
de Geneeskunde wordt de Kurkuma van lbmmi*
gen veel van anderen weinig geagt, Zy is minder
fcherp en Zeepagtiger dan de Gember,
wordende niettemin, wegens haare regt prikkelende
hoedanigheid, voor een uitmuntend Middel
gehouden tot wegneeming van Verftoppingen,
en voor eenbyzonder Middel tegen de Geelzugt.
T en dien einde wordt z y o f in Afkookzels o f
in Poeijer ingegeven. Men gebruiktze ook tot
een Verwftof in ons Wereldsdeel.
O ) Kurkuma met Lancetswyze Bladen , die n.
lezyden de Rib zeer Jlerk geaderd zyn.
Deeze Lange
Kurkum*.
(1 ) Curcuma Folii* lanccotans , Nervis l.teraUbü* n««nerOfisfitnis.
ROTEN. .r f * 7- M * M f .
Curcuma Radice longl. Herm. Lugdb. 2o** T. 209. Man*
*lla-Kua. Hort. Malab. XI. p. 21. T, i i .
21, Die u vil» stuk.