IV.
A fdeel.
v.
H o o f d s
tu k .
: I.
Pulmona-
ria augus-
tifoiia.
Smalbla-
TT,
Officinalis,
Gewoon.
( 1 ) Longekruid met de Wortelbladen vormig. Lancet*,
Het Smalbladige maakt de eerfte Soort uit ,
zynde het Vyfde Ooftenrykfe van C l u s i u s ,
en weinig , dan door de fmalheid der Bladen»
van het gewoone Longekruid verfchillende. Het
groeit ook in Swkzerland en in Sweeden.
(2) LHoanrgtevkorrumidig mene t rudiem W. ortelbladen Eyrond:
Wegens de ongemeen gevlakte, breede Bia-
den, heeft dit Kruid den naam van Lmgehrwdi
bekomen , dien het ook in de meefte Taaien
van Europa voert. De Duitfchers, evenwel »
geeven ’er ook andere Naamen aan. De Fran-
facuh eLn aint odeem eNn othreet DHaemrbee de Coeur- en Herbe: » doch de gemeende
naam is Pulmonaire. By ons wordt het oofe IVrcmgekruid' en 'van ’t Landvolk fflolvenlaoe
genoemd , zo de Heer de G o r t e r aantekent.
Onder de Autheuren geeven, veelen ’erden
( 1 ) Pulmnaria Fol, radicalibus Lanccohtis. Syst.Nat. XII.
Gen, 1S4. p. 146. Feg. XIII. p, i js. HALT.. Emencl, 168. Oïd ,
T>an. 483. H. Cliff. Fl. Suec, R, Lugdb. 404. HlLL. Plant, 2 j j .
T. 7. Pu’monaria quinta Pannonica, Clus, Hifi. II. p, 170.
£2) Pttlmonaria Fol. Radicalibus ovato- cordatïs icabris. H.
Cliff. &c. &Ci R. Lugdb. 403. HALL. Iid v.ts\6 . Symphytum
snaculofum f. Puhnonaria latifolia. C. B. Pin, 2$9. Symphytutn
inaculofuni. P od. Pempt. 135. ß , Puimen, vulgaris latifolia Fl.
albo. Tquknf» Inft. 136, y% Pulmon. nou maculofo fpjip,
Clus. Hifi. n. p. 168. c, B. Pm. 259,
P E N T A N D R I A . 43 9
den naam aan van Symfnytum, onderfcheidende ^ IV .^
het, doof den bynaam van maculofum, dat is v.
goC-pVvWlaBk.1t.., vvaunu den öge woonen Smeerwortel, waarHSToUoKF.Dhet
wel wat naar gelykt. Momg^
Door geheel Europa groeit dit Kruid, doch««,
het is overal niet gevlakt, en komt meest
in de Hoven voor, doch in Bergachtige Landen
, gelyk by Keulen, aan den voet der
Bergen. Men vindt ’er veele Verfcheidenhe-
den van, waar onder eene, die de Bladen als
met Suiker overkorst heeft. Doorgaans ver-
toonen zig op dezelven kleine witte Vlakjes.
Het heeft de onderfte Bladen geheeld en Hartvormig
(pits, de bovenften, die aan de Steng
groeijen , Lancetvormig ; zynde het geheele
Kruid ruuw. He tb ly ft laag, groeijende naauw-
ïyks een Voet hoog , en op de toppen der
vierkantige Steden de Bloemen voortbrengende,
die eerst rood zyn , met eenig wit, doch
vervolgens blaauwachtig paarfch voorkomen ,
en daar op volgen, in een naauwe K d k ,g lan zige
Kegelvormige zwarte Zaaden.
Dit Kruid i s , door zeker vooroordeel, wel
meest wegens den naam , als een byzonder
Geneesmiddel voor Borst en Longekwaalen.
gehouden ; doch het doet daar in niet meer
dan veele anderen. Het heeft een Kruidigen
Lymerigen Smaak , naar ’t zuure trekkende ,
en behoort zekerlyk onder de Openende middelen.
Het Aftrekzel dient in droogte en
ruuwheid van den Keel. Men gebruikt het,
E e 4 z °